Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXI. Voortzetting van den Handel op Engeland.Ondertusschen belette deeze Kerktwist niet, dat men zig, hier te Lande, terstond na het treffen van den Zoen tusschen Hertoge Filips en Vrouwe Jakoba, met allen ernst, op het voortzetten van den Koophandel, de zenuw van den Staat, begon toe te leggen. De Hollanders en Zeeuwen waren, met reden, bedugt, dat de schade, die zy der Engelsche Vloote, onlangs, hadden toegebragt, op hen verhaald worden mogt, als zy, in Engeland, volgens gewoonte, kwamen handelen. Ook | |
[pagina 499]
| |
was; van dien tyd af, de meeste vaart op Engeland gestremd geweest. Doch de Vrede tusschen Filips en Jakoba was zo dra niet gebragt op eenen goeden voet van te zullen geslooten worden, of de Hertog wist te weeg te brengen, dat Henrik de VI, of zyn Raad op zynen naam, by open' Brieven, den eersten van Hooimaand des jaars 1428 getekendGa naar voetnoot(s), den Hollanderen en Zeeuwen den vryen handel toestondt, gelyk van ouds. |
|