Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 384]
| |
togin van Brabant, eerst Weduwe van Willem den IV, Graave van Holland, en daar na van Hertog Wenzelaus, Graave van Luxemburg, was, in 't jaar 1406, overleeden. Twee jaaren voor haaren dood, hadt zy Antoni, tweeden Zoon van Filips, Hertog van Bourgondie en van Margareet, Dogter haarer Zuster, de Graavinne van Vlaanderen, insgelyks Margareet genaamd, tot Voogd van Brabant aangesteld. En deeze was, terstond na haar overlyden, tot Hertog ingehuldigd, niet slegts van Brabant; maar ook van Limburg; 't welk, al voor langGa naar voetnoot(o), aan de Hertogen van Brabant was asgestaan. Twee of drie jaaren hier na, trouwde hy met Elizabet, Dogter en eenige Erfgenaame van Jan, Hertog van Gorlitz, Broeders Zoon van Wenzelaus, Hertog van Brabant en Luxemburg. Zy bragt hem Luxemburg, nu tot een Hertogdom verheeven, ten Huwelyk. Hertog Willem woonde het Bruiloftsfeest van zynen Zwaager by, welk, in Hooimaand des jaars 1409, te Brussel gehouden werdtGa naar voetnoot(p): en kort hier na vorderde Hertog Antoni, als Erfgenaam der Weduwe van Graave Willem den IV, hem haare Bruidsgaave af; die tot nog toe niet voldaan was. De Hollandsche Graaf kon de schuld niet loochenen: zy was, reeds in 't jaar 1351, door Willem den V, openlyk erkendGa naar voetnoot(q); en in 't jaar 1394, beliepen de agterstallen, volgens eene eigenhandige schuldbekentenis van | |
[pagina 385]
| |
Hertoge Albrecht, nog negenduizend vierentagtig oude Keizers Schilden met den ArendGa naar voetnoot(r); doch de staat van 's Graaven geldmiddelen, door geduurige Oorlogen uitgeput, liet hem 't voldoen derzelven niet toe. Terwyl hy uitvlugten zogt, hieldt de Hertog van Brabant te sterker aan; en daar zou reden geweest zyn, om voor verdere verwydering te dugten, zo Jan, Hertog van Bourgondie, niet tusschen beide getreden was, en zynen Broeder, Antoni, met zynen Zwaager, Willem, bevredigd hadt, door een Verdrag, volgens welk, Willem de agterstallen der overleeden' Hertoginne, met zeventigduizend oude Schilden eens, moest afbetaalenGa naar voetnoot(s). |
|