Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijDe Luikenaars worden geslaagen.Doch terstond hier na, verscheenen zy met een talryk Leger in 't veld. De Hollanders en hunne Bondgenooten trokken hun, aan drie hoopen, tegen. Op den drie-entwintigsten van Herfstmaand, viel 'er, by eene Plaats, die de oude Schryvers Elch en Othey noemen, een bloedig gevegt voor, in welk de Luikenaars t'eenemaal verslaagen werden. De Heer van Perwys en zyn Zoon, Dirk, sneuvelden hier beide. Beslissend was deeze slag, ten voordeele van Bisschop Jan. De wederspannige Steden onderwierpen zig: ook Luik: binnen welke Stad, strenge straf over veelen geoeffend werdt. De nieuwverkooren' Kanonniken en veele anderen, vrouwen zo wel als mannen, werden in de Maaze verdronken: eene doodstraf, die, ten deezen tyde, zeer gemeen was, in deeze Landen. Anderen werden onthalsd, of gevierendeeldGa naar voetnoot(k). De Pri- | |
[pagina 383]
| |
vilegien der Stad Luik werden verbeurd verklaard en den Hertogen Jan van Bourgondie en Willem van Holland, op wier naamen ook het Vonnis werdt uitgesprokenGa naar voetnoot(l), in handen gesteld. Ook werdt het gantsche Bisdom in eene geldboete van tweehonderdduizend Fransche Kroonen verweezen, zo de Ingezetenen naderhand weder ondernamen, tegen den Bisschop op te staan: welke boete gelykelyk tusschen den Keizer, den Koning van Frankryk, den Hertog van Bourgondie, en den Graave van Holland, verdeeld moest worden. Den Bisschop werdt 'er niets van toegelegd. Ook moest hy zig, in zo verre, aan de Hertogen Jan en Willem, onderwerpen, dat hy, onder anderen, belooven moest, den Luikenaaren geene nieuwe Privilegien te zullen geeven, dan met hunne toestemmingGa naar voetnoot(m). En hier mede liep het jaar veertienhonderd en agt ten einde. Jan van Beieren bleef het Bisdom van Luik nog bestieren, tot in 't jaar 1417Ga naar voetnoot(n), wanneer hy van den Geestelyken staat en van den naam van Elect of verkooren Bisschop, dien hy tot dien tyd toe gevoerd hadt, voor altoos, afstondt. Wy zullen, ter zyner plaatse, verhaalen, wat 'er hem toe bewoog. |
|