Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIII. Willem de VI. wordt tot Graave ingehuldigd. 1405.Albrechts dood bragt weinig verandering voort, in het Graaflyk bewind deezer Landen. Zyn oudste Zoon, Willem, Graaf van Oostervant, die hem, naar Landsgebruik, opvolgen moest, hadt reeds, verscheiden' jaaren, nevens zynen Vader, de Landen geregeerd, Handvesten verleend of bevestigd, en Verbonden met nabuurige Landen gemaakt. Ook hadt men hem zo dikwils aan 't hoofd der Legeren gezien, dat hy en zyne bedryven, | |
[pagina 365]
| |
vermaarder by de Landzaaten geworden waren, dan des Hertogs verrigtingen, sedert eenige jaaren. De Regeering des Lands bleef, 1405. derhalven, genoegzaam in dezelfde handen, en Albrechts dood maakte alleen de inhuldiging des nieuwen Graaven noodzaaklyk. Deeze geschiedde in Louwmaand en Sprokkelmaand des jaars 1405, te DordrechtGa naar voetnoot(p), te HaarlemGa naar voetnoot(q), te AmsterdamGa naar voetnoot(r), te AlkmaarGa naar voetnoot(s), en in de andere Hollandsche en Westfriesche Steden. Alomme bevestigde de Graaf de oude Handvesten en Privilegien. Den Kennemeren en Kennemervolgeren, die hem een Morgengeld van een ouden Schild van ieder morgen jaarlyks, voor den tyd van vier jaaren, toegestaan hadden, verleende hy verscheiden' nieuwe VoorregtenGa naar voetnoot(t): waarvan hun goede bezegelde Brieven moesten geleverd worden, eer zy gehouden waren iet van het Morgengeld te betaalenGa naar voetnoot(u). |
|