Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIX. Opstand der Friezen.Doch daar verliep weinig meer dan een jaar, of hy zag zig op nieuws genoodzaakt, de wapenen tegen de Friezen te voeren. Om hen in toom te houden, hadt hy, ten kosten der Hollandsche StedenGa naar voetnoot(7), bezettingGa naar margenoot+ gelegd, onder anderen, in Staveren. De Burgery, dit jok ongewoon, spant, in 't jaar 1398, samen, overvalt de bezetting en dryftze | |
[pagina 339]
| |
ter Stede uitGa naar voetnoot(h). 't Zelfde was ook aan andere oorden gebeurd. De Schieringers in Groningerland, het hoofd wederom opsteekende, overvielen de Hollandsche knegten, die op 't Steenhuis te Aitzum lagen, namenze gevangen, en wierpenze naderhand, in het Damster-diep, alwaarze allen verdronken. EppoGa naar margenoot+ Nittersum, die 't beleid deezer onderneeminge gehad hadt, begaf zig, sedert, aan 't hoofd zyner Schieringers, naar de Stad Groningen, en sloot daar een Verbond van Vereeniging met den Raad, welk het eerste is, dat tusschen de Stad en de Ommelanden gemaakt werdtGa naar voetnoot(i), die, van deezen tyd af, doorgaans, als een lighaam, vereenigd gebleeven zyn. Een der punten van dit Verbond betrof de Hollanders. Men beloofde elkanderen, dezelven, met vereenigde kragten, te keer te zullen gaan, en ware 't mogelyk, ten lande uit te zullen dryvenGa naar voetnoot(k). |
|