Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijDe Heerlykheid van voorne aan Jan van Beieren geschonken. 1394.Omtrent deezen tyd, schonk hy de Heerlykheid van Voorne en de Stad Briele, hem, met het overlyden zyner Nigte, Vrouwe Magteld van Voorne, aanbestorven, aan zynen tweeden Zoon, JanGa naar voetnoot(f): welken men vindt dat ook Heer van Woerden en Gooiland geweest isGa naar voetnoot(g). En veelligt mag men het bewyzen zulker gunsten aanmerken als een zigtbaar blyk van het ongenoegen, welk hy, tegen zynen oudsten Zoon, Willem, opgevat hadt. Jan was tot den Geestelyken staat geschikt geweest, en reeds in 't jaar 1390, wanneer hy naauwlyks zestien jaaren bereikte, na 't afsterven van Arnold van Hoorn, Bisschop van Luik, tot zynen Opvolger verkoorenGa naar voetnoot(h); doch nog niet door den Paus bevestigd, waarom hy den naam van Bisschop nog niet voerde. Het ongenoegen tusschen zynen Vader en oudsten Broeder vernomen hebbende, en zig daar uit merkelyk voordeel voor zig zelven beloovende, hadt hy zig herwaards begeven, en allengs- | |
[pagina 326]
| |
kens eenigen weerzin in den Geestelyken staat beginnen te vertoonen. Veelligt hoopte hy de gunst zyns Vaders en der Landzaaten, door den tyd, zo verre te winnen, dat hy zynen Broeder voorgetrokken, en tot zyns Vaders Opvolger verklaard mogt worden. 't Vervolg deezer Historie zal ons doen zien, hoe hy zig, eindelyk, nog voor Graave van Holland heeft doen erkennen. |
|