Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijOpschudding te Haarlem. 1377.Midlerwyl hielden de Hoekschen en Kabbeljaauwschen in Holland zig nog tamelyk stil. Alleenlyk vindt men, dat 'er, in 't jaar 1377Ga naar voetnoot(1), eenige opschudding te Haarlem ontstaan is, welke men, veelligt, aan deeze partyschap moet toeschryven. De Historieschryvers hebben 'er geen regt bescheid van nagelaaten. Men weet, dat het Huis van zekeren Simon van Zaanden gevaar liep van onder de voet gehaald te worden, en dat een goed deel der Haarlemsche Poorteren, nevens anderen, bevel gekreegen hebbende, om, onder der Stede baniere, op te trekken, om den oproer te stillen, zulks, om redenen ons onbekend, geweigerd hebben. Voorts liep de opschudding niet zonder vegten en bloedstorten af. Simon van Zaanden zelf werdt ten vensteren uit geworpenGa naar voetnoot(b). Hertog Albrecht verleende den Poorteren, die geweigerd hadden op te trekken, eerst in den jaare 1380, vergiffenis; doch die handdaadig aan den op- | |
[pagina 313]
| |
roer geweest waren, bleeven van den Zoen uitgeslootenGa naar voetnoot(c). |
|