Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 271]
| |
Vrouw Margareet trekt naar Beieren.Naauwlyks was zy hier voor Landsvrouwe erkend, of zy werdt van haaren Man naar Beieren ontbooden, alwaar hy zig van haaren raad en hulp bedienen wilde, tegen eenen aanhang in 't Ryk, die hem den voet dwars gezet, en Karel, Zoon van Jan, Koning van Boheemen, tot Roomsch Koning verkooren hadt. De Hollanders zouden Vrouwe Margareet ongaarne hebben zien vertrekken, indien Keizer Lodewyk niet beloofd hadt, Willem, haaren tweeden Zoon, herwaards te zullen zenden, om de Landen, in haar afzyn, te regeeren: waar toe hy egter jong genoeg was. Lodewyk, haaren oudsten Zoon, dan, op den zevenden van Herfstmaand des jaars 1346, openlyk afstand van zyn Regt op deeze Landen gedaan hebbendeGa naar voetnoot(t), verklaarde Keizer Lodewyk, by open' Brieven, Willem tot opvolger van Vrouwe Margareet: en Albrecht tot opvolger van Willem, indien deeze zonder kinderen, overleedtGa naar voetnoot(u). Willem werdt,Ga naar margenoot+ hierop, onder 't geleide van den Graave van Katzenellebogen, in 't gewaad van eenen lyfknegt, om te onbekender en te veiliger voor de Engelschen te zyn, herwaards gezondenGa naar voetnoot(v), en schynt, nog voor 't einde des jaars 1346, in Holland aangekomen te zynGa naar voetnoot(1). | |
[pagina 272]
| |
Margareet verliet deeze Landen in Slagtmaand des gemelden jaarsGa naar voetnoot(w), en WillemGa naar margenoot+ besteedde het gantsche volgende jaar 1347 om de genegenheden der Landzaaten te winnen. In zyne open' Brieven, noemde hy zig alleenlyk Verbeider der Graafschappen van Holland en ZeelandGa naar voetnoot(2); doch hy arbeidde, onder de hand, om zig, nog by 't leeven zyner Moeder, tot Graaf te doen verklaaren: 't welk hem, eerlang, gelukte. |
|