Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 163]
| |
eerst bemagtigd worden. Doch voor dit Huis, dat wel bemand was, en dapperen wederstand boodt, stieten de Brabanders 't hoofd. Die van Dordrecht hadden Nikolaas van Putten gebeden, dat hy, in deezen hagchelyken tyd, in 's Graaven plaats, de Regeering des Lands aan zig neemen wilde, zo lang de Graaf en Jonkheer Willem afwezig warenGa naar voetnoot(s). En hy, hier in bewilligd hebbende, voerde thans 't gebied binnen de Stad. Hy deedt, van tyd tot tyd, gelukkige uitvallen, en noodzaakte de Brabanders, eerlang, tot aan Waalwyk, te rug te wyken. Hier gelukte het hem zelfs, het Brabantsch heir te slaan: waar na hy den brand stak in Waalwyk, en op den hertogt, van Geertruidenberg, zonder moeite, wederom meester werdt. Hertog Jan, geenen kans ziende, om zyn oogmerk te bereiken, week, met het overschot zyns Legers, dieper in Brabant te rugGa naar voetnoot(t). |
|