Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIX. De Westfriezen volkomen tot onderwerping gebragt.Het volkomen beteugelen der Westfriezen, was het eerst, dat Jan de eerste ondernam. Wolferd en zyn aanhang hebben den Graaf, veelligt, hier toe doen besluiten, om dat zy deezen Landaart het bemagtigen van Kroonenburg betaald wilden zetten. Hoewel anderen melden, dat de Friezen beoorlogd werden, om dat zy Jan den I. niet voor eenen Zoon van Graave Floris, noch voor hunnen wettigen Graave hieldenGa naar voetnoot(d): tot welke gedagten, zyn lang verblyf in Engeland eenigen voet scheen te geeven. In de Lente des jaars 1297, deedt | |
[pagina 107]
| |
de Graaf een Leger te Alkmaar verzamelen: terwyl zig de Friezen, niet verre van hier, op de Vroonergeest, ter neder sloegen. De Graaf, de Friezen eerst te vergeefs tot onderwerping hebbende doen vermaanen, deelde zyn Leger in drie hoopen, en schaarde dezelven in zulk een goede orde, dat eenige Engelschen, hier tegenwoordig, niet konden nalaaten te verklaaren ‘dat zulk een Leger in staat was, om Engeland, van de eene Zee tot aan de andere, af te loopenGa naar voetnoot(e)’. Eer 't op een stryden ging, scheepte de Graaf een deel Volks in Koggen, die langs de naaste Meeren bleeven kruissen, om den Friezen 't vlugten te water te beletten. Toen viel hy, met het overig deel zyns Legers, zo fel aan op de Friezen, dat 'er drie duizend op de plaats bleeven. Het Dorp Vroone, welks Ingezetenen deel aan den opstand gehad hadden, werdtGa naar margenoot+ plat gebrand. Doch de Ouddorpers, die zig stil hadden gehouden, werden verschoondGa naar voetnoot(f). Weinigen sneuvelden 'er van 's Graaven zyde; doch onder deezen waren Jan van Arkel en Jan van DortogeGa naar voetnoot(g). Deeze slag viel voor op den zevenentwintigsten van LentemaandGa naar voetnoot(h). De Westfriezen onderwierpen zig, sedert, den Graave, die hun eene zwaare Geldboete afvorderde. De Weduwen der gesneuvelden moesten, onder anderen, de helft haarer goederen afstaanGa naar voetnoot(i). Men vindt niet, | |
[pagina 108]
| |
dat de Hollandsche Graaven, na deezen tyd, wederom genoodzaakt geweest zyn, de wapenen in Westfriesland te voeren. De Westfriezen bleeven hun onderdaanig, en werden, voortaan, gelyk de Landschappen van Holland, van 's Graaven wege, door Baljuwen, beregtGa naar voetnoot(k). |
|