Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVIII. Wolferd van Borselen maatigt zig de Voogschap aan.Wolferd van Borselen zag zig zo dra geen' meester van den Persoon des jongen Graafs en van de Engelsche Scheepsmagt, of hy poogde zig van de Voogdyschap te verzekeren, en Avennes het Land te doen ruimenGa naar voetnoot(a), of, zo sommigen willen, in hegtenis te neemen. De Henegouwer, hier de lugt van krygende, en geenen kans ziende, om zig tegen den Engelschen aanhang te verzetten, zonder zig zelven en de Landen in merkelyke ongelegenheid te storten, besloot de stormbui, die hem dreigde, te ontwyken, en naar zyn Graafschap te rug te keeren. Hy gaf van zyn voorneemen aan niemant kennis dan aan de Heeren van Arkel, welken hy te Dordrecht aantrof. Voor zyn vertrek van daar, liet hy den Graave van Holland verzoeken, om by hem te komen, op dat hy hem rekenschap van zyn bewind doen mogt, indien zyn raad den Graave niet langer van dienst zyn kon. De Graaf, of Wolferd op 's Graaven naam, ontboodt, in antwoord, zynen Neef by zig te Bridorp, in Schouwen; mids hy van min dan honderd man verzeld ware. Doch Avennes,Ga naar margenoot+ hier uit nog klaarer bespeurende, dat men hem iet euvels brouwde, vertrok, onder 't geleide der Heeren van Arkel, uit Dordrecht naar Henegouwen. Men vernam, federt, dat | |
[pagina 106]
| |
Wolferd wel vyfduizend ponden gespild hadt, om de wegen alomme te doen bezetten, en Vaartuigen in de Stroomen te leggen, op dat Avennes hem niet ontsnappen mogt. Doch al deeze omslag was vrugteloos. De Henegouwer kwam behouden t'huisGa naar voetnoot(b). Terstond na zyn vertrek, kreeg Wolferd de handen ruim, om den Graaf en de Landen naar zynen zin te bestieren. Eenige Hollandsche en Zeeuwsche Edelen werden wel tot 's Graaven Raaden benoemd, en waarschynlyk ook eenige Engelsche Heeren: doch de klem van 't bewind was in handen van Heere Wolferd, die al wat hy begreep in den Raad wist door te dryven. Sommigen, die deel aan den aanslag tegen Graave Floris gehad hadden, begonden nu 't hoofd ook op te steeken, zig verzekerende, dat zy van den jongen Graave, die geheel door Wolferd bestierd werdt, geen leed te dugten haddenGa naar voetnoot(c). |
|