Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXXII. Koning Willem wordt, door den Paus, in Italie ontbooden, om de Keizerlyke Kroon te ontvangen.Niet lang hier na, ontboodt de Paus Koning Willem, tegen Kersttyd, in Italie, beloovende hem daar de Keizerlyke Kroon op 't hoofd te zullen zettenGa naar voetnoot(h). De Koning ondernam hier op eene reis naar Geneve, alwaar de Paus zig toen bevondt. Hier werdt, vermoedelyk, de tyd tot de Krooning bestemd; doch Koning Willem vondt goed, | |
[pagina 397]
| |
vooraf nog een' keer naar Duitschland te doen, alwaar hy, volgens zyn eigen getuigenis, in eenen Brief aan den Abt van Egmond, die nog voorhanden isGa naar voetnoot(i), met genegenheid, ontvangen werdt. Uit Duitschland vertrok hy, in den aanvang des jaars 1255, naar Utrecht, alwaar, sedert eenige jaaren, merkelyke veranderingen waren voorgevallen. Ga naar margenoot+ Bisschop Otto de III, in 't jaar 1249 overleeden zynde, werdt opgevolgd, door Gozewyn van Amstel, een' Zoon, zo men wil, van Egidius van Amstel, Broeder van Heere Gysbrecht, die de Bisschoplyke waardigheid naauwlyks een jaar bezeten hadt, of hy deedt 'er afstand van, in de tegenwoordigheidGa naar voetnoot(k), en zo sommigen willen, ook op de begeerte van Koning Willem, die den Huize van Amstel ongenegen wasGa naar voetnoot(l). Men hieldt hem voor onbekwaam tot de Regeering. In 't byzonder, werdt hy van verwaarloozing der tydlyke zaakenGa naar margenoot+des Bisdoms beschuldigd. Gysbrecht van Amstel de II. en Herman van Woerden namen den afstand van Bisschop Gozewyn zo zeer ter herte, dat zy Henrik van Vianden, die na hem tot de Bisschoplyke waardigheid verheeven was, terstond den oorlog verklaarden. Otto de III, Graaf van Gelder, hadt zig met hen verbonden: en 't Stigt werdt dus, van verscheiden' kanten, met eenen inval, gedreigd. Koning Willem, die toen in Duitschland was, begaf zig met een Leger herwaards, voorgeevende den Bisschop met zyne vyanden te wil- | |
[pagina 398]
| |
len bevredigen. Doch pas voor dat hy binnen Utrecht kwam, was de Bisschop met zyn volk ter Stad uit, en den vyand te gemoet getrokken. Digt onder de Stad, viel een fel gevegt voor, in welk de Bisschop de overwinning behaalde. De Heeren van Amstel en van Woerden werden gevanglyk binnen Utrecht gebragt; doch geslaakt, ter bede van Koning Willem, die kort hier op naar Holland verreisde. Bisschop Henrik viel toen in de Veluwe, en behaalde hier zo groot een' buit, dat hy, uit den zelven, sedert, voor een gedeelte ten minstenGa naar voetnoot(8), het Slot Vreêland aan de Vegt stigtte; waar door zyn Bisdom, tegen de invallen der Amstellandsche Opgezetenen, beveiligd werdtGa naar voetnoot(m). Te vooren, was de zoen getroffen, tusschen den Bisschop en Gysbrecht van Amstel. ‘Gysbrecht moest, met zyne aanhangers, tot vyfhonderd in getal, onder welken Gysbrecht van Gooye was, blootsvoets en in wollen kleedinge, den Bisschop, in de Domkerke, op de knieën, vergiffenis verzoeken, en hem, voorts, als zynen Leenheer, trouwe zweerenGa naar voetnoot(9).’ De Bis- | |
[pagina 399]
| |
schop verzoende zig, waarschynlyk, ook met den Graave van Gelder: en 't Stigt genoot, geduurende het Leeven van Bisschop Henrik, eene tamelyke rust. Ga naar margenoot+ In deezen staat, vondt het Koning Willem, toen hy, in den aanvang des jaars 1255, wederom te Utrecht kwam. Men wil, dat hy voorhadt, met den Bisschop en de Geestelykheid, over zyne Reis naar Italie, te raadpleegen.Ga naar margenoot+Doch terwyl hy met hen in gesprek was, liep hy gevaar van 't Leeven te verliezen. Een onbekende wierp hem eenen zwaaren steen naar 't hoofd, en maakte zig terstond daar op t'zoek, zo dat hy, sedert, nergens te vinden was. Koning Willem, die den steen maar pas ontweeken was, verzet over dit toeval, eischte, dat men den daader naspoorde, gelyk geschiedde; doch zonder vrugt. De Koning gaf ondertusschen der Stad de schuld van zyn ongeluk. Hy verweet der Burgerye, onder welke hy zelf zig, eenige jaaren geleeden, hadt laaten aantekenenGa naar voetnoot(n), haare ondankbaarheid voor de weldaaden haar door hem beweezenGa naar voetnoot(1), en trok verstoord ter Stad uitGa naar voetnoot(o). |
|