Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVII. Oorzaak en gelegenheid van het afzetten van Keizer Fredrik den II.Keizer Fredrik de II. hadt, al sedert den jaare 1220, met het Hof van Rome overhoop gelegen, ter oorzaake dat hy twee Broeders van Paus Innocent den III, die eenen opstand in 't Koningryk Napels verwekt hadden, met de wapenen bedwongen, en een' der zelven gevat, veroordeeld en naar Sicilie in ballingschap verzonden hadt. De anderen ontvloodt het gevaar, en werdt te Rome, met open' armen, ontvangenGa naar voetnoot(k). Honorius de III, Opvolger van Innocent, was zelfs zo gestoord op den Keizer, dat hy hem in den ban deedt, van 't Ryk vervallen verklaarde, en de Ryks Vorsten en Staaten van den eed van getrouwheid ontsloeg. Dit gebeurde in 't jaar 1221. Doch omtrent twee jaaren laater, onthief de Paus hem van den ban, onder Voorwaarde, dat hy eenen togt naar 't Heilig Land doen zou. De Keizer verschoof deezen togt van tyd tot tyd; doch werdt 'er van Paus Gregoor den IX. zo sterk toe gedrongen, dat hy, eindelyk, in 't jaar 1228, voor goed in zee stakGa naar voetnoot(l). In 't volgend jaar, sloot hy een Tienjaa- | |
[pagina 379]
| |
rig Bestand met de Sarasynen; 't welk de Paus zo euvel nam, dat hy den Keizer, dien hy nog als in den Ban zynde aanmerkte, niet dan na verloop van eenen geruimen tyd, van den zelven onthiefGa naar voetnoot(m). Geduurende het afzyn des Keizers, was 'er een opstand in Italie tegen hem verwekt, die, door den Paus, werdt aangestooktGa naar voetnoot(n). 't Leedt eenige jaaren, eer Fredrik zyne vyanden bedwong. Doch de voortgang zyner wapenen in Italie ontstak den Paus dermaate, dat hy hem, in 't jaar 1239, op nieuws in den ban deedtGa naar voetnoot(o), en 't Ryk Lodewyk den IX, Koning van Frankryk, aanboodt, die 't egter van de hand wees. Innocent de IV, die, na Gregoor den IX, de Pauselyke waardigheid verkreeg, beschreef, tegenGa naar margenoot+den aanvang des jaars 1245, eene Kerkvergadering te Lions, alwaar Keizer Fredrik, gedagvaard, en niet verscheenen zynde, al wederom in den ban gedaan werdtGa naar voetnoot(p). Hy bekreunde zig egter weinig aan dit bannen, en plagt te zeggen ‘dat hy, te vooren, den Paus en den Kerkelyken Wetten ontzag betoond hadt; 't welk hy niet meer schuldig was, nu men hem van de Kerke hadt afgesneedenGa naar voetnoot(q).’ Ga naar margenoot+ Innocent de IV. gaf, sedert, den Ryksvorsten kennis van het afzetten van Fredrik den II, poogende hen, tot het verkiezen van eenen nieuwen Roomsch-Koning, te be- | |
[pagina 380]
| |
weegenGa naar voetnoot(r). Eenigen hielden zyne zyde; doch de voornaamsten bleeven Keizer Fredrik getrouw. De Paus hadt Henrik, Landgraaf van Turingen, voorgeslaagen, om tot Roomsch-Koning verkooren te worden; doch Henrik zelf maakte zwaarigheid, om deeze waardigheid aan te neemenGa naar voetnoot(s). En de Koning van Boheemen, en de Hertogen van Beyeren, van Brabant, van Brunswyk en van Saxen wildenGa naar margenoot+tot geène nieuwe verkiezing verstaan. Op Hemelvaartsdag egter, zynde den zeventienden van Bloeimaand des jaars 1246, kwamen de Aartsbisschoppen van Ments en van Keulen en eenige andere Geestelyken en Weereldlyken te Wirtsburg by een. De Landgraaf van Turingen was hier ook tegenwoordig, en liet zig nu beweegen, om de waardigheid van Roomsch-Koning te aanvaardenGa naar voetnoot(t). En naardemaal hy zyne verheffing den Paus en den Kerkelyken meest te danken hadt, werdt hy, sedert, spotswyze, der Klerken Koning genoemdGa naar voetnoot(u).Ga naar margenoot+Hy leefde niet lang hier na. In 't eerst, eenig voordeel behaald hebbende op Koenraad, Zoon van Keizer Fredrik, trokGa naar margenoot+hy, in den aanvang des jaars 1247, met kleine magt, om Ulm in Zwaben te belegeren. Doch de felle koude en gebrek van Volk noodzaakten hem deezen togt te staaken, en naar Turingen te rug te keeren, alwaar hy aan den buikloop overleedtGa naar voetnoot(v). |
|