Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 366]
| |
kiezen, werden Graaf Gerard van Gelder en Heer Gysbrecht van Amstel, die nog niet volkomen geneezen; doch, voor zekeren tyd, op hun woord van eer, ontslaagen waren, op bedden midden in 't vertrek gebragt: daar zy, door ernstig smeeken en het vertoonen hunner wonden, te weeg bragten, dat Wilbrand, Bisschop van Paderborn, en Bloedverwant der Graaven van Gelder en van Holland, tot Bisschop van Utrecht verkooren werdt. Graaf Floris, die, nu zestien jaaren oud zynde, by deeze verkiezing tegenwoordig was, gaf 'er ook zyne stem toeGa naar voetnoot(i). Wilbrand was dapper en schrander, en geoeffend in den Kryg. Men verwagtte derhalven van hem, meer dan van iemant, de verlossing der gevangen Heeren, en de herstelling van de vervallen' zaaken des Bisdoms. Ook was hy naauwlyks, met 's Pausen verlof, van 't Bisdom van Paderborn, naar dat van Utrecht, overgebragt, of hy rusttte zig toe ten stryde tegen de Drenters. De gevangen' Heeren werden haast op vrye voeten gesteldGa naar voetnoot(k). Doch 't leedt nog eenige jaaren, eer hy de Drenters bedwongGa naar voetnoot(l). Rudolf van Koeverden viel hem, in den jaare 1230, in handen, en eindigde zyn leeven op een RadGa naar voetnoot(m). En in 't zelfde jaar, werdt 'er een voordeelig Verdrag voor den Bisschop met de Drenters getroffenGa naar voetnoot(n). |
|