Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijV. De Kennemers vallen in Amstel, en verbranden het Slot aldaar.De Kennemers, met Wouter van Egmond en Albert Banjaard aan 't hoofd, deeden eenen togt te Schepe naar Amstel, eene Stigtsche Heerlykheid, welker Heer, gelyk wy boven zagen, Graave Lodewyk en Vrouwe Aleid, uit Haarlem, hadt helpen ontvlugten. Eenige Stigtsche Knegten en Amstelsche Opgezetenen, by tyds in de wapenen gebragt, om hun tegenstand te bieden, konden hen egter niet beletten, den dam of dyk, in of tegen den Amstel gelegd, door te steeken, en 't laag omgelegen Land onder water te zetten. Toen werden de Amstellandsche Veenen plat gebrand en leêg geplonderd. Het Slot van Heere Gysbrecht, een treflyk | |
[pagina 315]
| |
gebouw, werdt ook aan koolen gelegd. Men spaarde zelfs de Ooftboomen niet, die by 't Slot stonden. Alles werdt aan 't vuur opgeosserd. Van daar trokken de Kennemers naar Muiden en Weesp, en verder langs den Vegtstroom tot Breukelen toe. Al wat hun in den weg lag werdt geplonderd en vernield, of gebrandschat. Zy keerden, met veel buit en gyzelaars voor de bedongen brandschatting, schier zonder verlies, t'huiswaards. Simon van Haarlem hadt deezen togt ook bygewoond; doch zig zo agterlyk gehouden, dat men een kwaad oog op hem kreeg. Ook verklaarde hy zig, sedert, openlyk genoeg voor Graave LodewykGa naar voetnoot(d). Ga naar margenoot+ Bisschop Dirk, midlerwyl zyne Krygsmagt byeen gebragt hebbende, trok naar de Vesting ten Bussche, die den Domproost Floris aanvertrouwd was. De Bisschop wist de Kennemers, door een loos gerugt, van het ontzet af te schrikken. Ook liepen de Hollandsche Knegten, die binnen de Vesting lagen, tot hem over; zo dat het hem weinig werks kostte, de zelve te bemagtigen. Floris zelf werdt gevangen genomen, en naar 't Slot ter Horst gebragt. De Bisschop trok voort, tot Leiden toe. En men merkt aan, dat hy de eerste der Utrechtsche Bisschoppen geweest is, die de wapenen tot zo diep in Holland gevoerd heeftGa naar voetnoot(e). |
|