Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVIII. Graaf Willem wordt gevangen; doch ont vlugt.Hier kwam hem zyn Broeder Willem bezoeken: doch bespeurde wel haast, dat hy de waarschuwing zyner Moeder te los in den wind geslaagen hadt. Henrik de Kraan, die zig hier ook bevondt, deedt Willem, in 't gezigt en vermoedelyk op last van Graave Dirk, vatten, en in de gevangenis werpen. 't Leedt egter niet lang, of Willem vondt gelegenheid om te ontvlugten. Hy begaf zig toen naar Gelderland, alwaar hy wel ontvan- | |
[pagina 284]
| |
gen werdt. Graaf Otto gaf hem zelfs zyne Dogter Aleid ter Vrouwe, met welke hy naar Friesland keerdeGa naar voetnoot(n). Graaf Dirk, de party zyns Broeders, door dit Huwelyk, zo zeer gesterkt ziende, en met de Stigtsche zaaken de handen vol werks hebbende, leende ligtelyk het oor naar een Verdrag, 't welk, kort hier na, tusschen de twee Broeders en den Graave van Gelder, geslooten, en sedert ongeschonden gehouden werdtGa naar voetnoot(o). Ga naar margenoot+ De Graaven van Gelder en van Holland schynen, van toen af al, op middelen bedagt geweest te zyn, om de Stigtschen gelykerhand te beoorlogen. Graaf Dirk heeft zig, buiten twyfel, in 't weereldlyk bewind van 't Bisdom willen handhaaven, 't welk de Stigtschen niet zullen hebben willen gedoogen: waar door het ongenoegen des Graaven vermeerderd zal zyn geworden. Graaf Otto hadt ook reden, om op de Stigtschen gestoord te zyn. Doch deeze moet van wat hooger opgehaald worden. |
|