Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIII. Oorlog tusschen de Hollanders en Utrechtschen.Ondertusschen was Graaf Dirk de VI. op middelen bedagt geweest, om den Utrechtschen Bisschop eenen fellen kryg aan te doen. De oorzaaken, die hem hier toe bewoogen, worden niet aangetekend. Doch de versche Gift van Oostergo en Westergo, een Graafschap, dat door Keizer Lotharius, aan Holland gehegt was, mag wel voor de voornaamste gehouden worden. Graaf Dirk zogt voornaame Luiden aan zyn belang te verbinden, en den Oorlog met kragt door te zetten. Hy was, al voor eenige jaaren, in 't Huwelyk getreden, met Sofia, Dogter van Otto, Paltsgraave op den Ryn. Haar Broeder, insgelyks Otto genaamd, was Burggraaf van Benthem. Met deezen, verbindt zig Graaf Dirk, en beweegt hem, om eenen inval in Drente doen. Ga naar margenoot+ Drente was, van ouds, een Graafschap, over welk, in den jaare 945, Everard, en in den jaare 1006, Baldrik het bewind hadt. Een weinig laater | |
[pagina 228]
| |
staat Temmo, als Graaf van Drente, in oude Gedenkschriften bekend. De Keizers Otto de I. Henrik de II. en Koenraad de II. hadden den Utrechtschen Bisschoppen de vrye jagt in dit Graafschap geschonkenGa naar voetnoot(r). Doch Henrik de III. voegde 'er eenige Landeryen, in het Steedje Groningen en elders gelegen, by, gelyk wy, by eene andere gelegenheid, reeds hebben aangetekendGa naar voetnoot(s). En of dit nog niet genoeg ware, het gantsche Graafschap Drente werdt, door hem, aan Bisschop Bernold en zyne Opvolgers, na 't overlyden van Hertog Gozelyn, die 'er toen 't bewind over hadt, uitdrukkelyk toegezeid, by eenen Giftbrief, te Aken, op den twee en twintigsten van Bloeimaand des jaars 1046, getekendGa naar voetnoot(s). Na dien tyd, begonden de Utrechtsche Bisschoppen vry wat gezags, in Drente, te oefenen, met naame ook in Groningen, dat toen onder Drente gerekend werdt; alwaar zy gewoon waren, in eigener persoon, regt te komen doen, of zulks hunnen eigen' Steêvoogd toe te vertrouwenGa naar voetnoot(t).Ga naar margenoot+Doch de Groningers, ongeneigd, om zig door deeze Kerkvoogden te laaten bedwingen, namen, omtrent den jaare 1138, terwyl Bisschop Herhert, die Andries, kort te vooren, was opgevolgd, op reis naar Rome was, de gelegenheid waar, om de S. Walburgs Kerk, een overoud en groot gebouw, te versterken, met oogmerk, om zig, daar uit, tegen de magt des Bis- | |
[pagina 229]
| |
schops te verdedigen. Zy werden ondersteund door Rudolf, die 't Slot te Koeverden, uit naame des Bisschops, bewaarde. Doch Herbert, te rug gekeerd, en met een Leger in Groningen gerukt zynde, bestormde de Kerk zo hevig, dat menze eerlang opgaf. Hy noodzaakte toen de Groningers hem, als hunnen wettigen Heere, hulde te doen, en plegtiglyk te zweeren ‘dat zy de Kerk nimmer tot eene Vesting maaken, noch zelfs de Stad, zonder zyn verlof, met muuren, poorten of toorens sterken zouden.’ Daarenboven moestenze hem eene goede geldboete opbrengenGa naar voetnoot(u). De Bisschop vertrok, na dat hy op alles behoorlyke orde gesteld hadt. En sedert droeg hy het Burggraafschap van Groningen en de Slotvoogdy van Koeverden aan Lefferd en Ludolf, zyne twee Broeders, opGa naar voetnoot(v). Ga naar margenoot+ De onlusten in Drente waren dus, ten uiterlyken aanzien, geslist; doch heimelyk morden de meesten over de Bisschoppelyke Regeeringe. In deezen stand der zaaken, scheen Graave Dirk de kans schoon te staan, om den Bisschop hier merkelyke afbreuk te doen. Zyn Zwaager Otto bragt een' hoop Krygsvolk by een, viel onverhoeds in Drente, en verwoeste een groot deel der Landstreeke, eer de Bisschop tyd hadt, om tegen hem te velde te trekken. Hy bragt egter, zo spoedig als 't mooglyk was, een klein getal van uitgelezen' Ruiters by een, die, on- | |
[pagina 230]
| |
Ga naar margenoot+der 't geleide van den dapperen Hugo de Boter, Zoon of Broeder van Jan den III. Heere van Arkel, op den Vyand los gingen. By Hemsheim of Omersheim, viel een bloedig gevegt voor, in welk de Bisschoplyken de overhand hielden. Otto's Leger sneuvelde ten deele, en werdt ten deele op de vlugt gejaagd. Hy zelf werdt gevangen genomen, en naar Utrecht gevoerdGa naar voetnoot(w). |
|