Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 207]
| |
in den aanvang der twaalfde eeuwe geschiedde, in Huwelyk met Petronelle, Dogter van Dirk, Hertog van SaxenGa naar voetnoot(y), dien anderenGa naar voetnoot(z) Hertog Dirk van den Wesierlande, en wederom anderenGa naar voetnoot(a) Gevehard, Graaf van Supplenburg en Querfurt noemen; en halve Zuster van Hertog Lotharius, die naderhand Keizer werdtGa naar voetnoot(6). Floris was nu de vierde der Hollandsche Graaven, die zig, door 't Huwelyk, met den Huize van Saxen vermaagschapt hadden. Van het Huwelyk van Dirk den III. | |
[pagina 208]
| |
met Othilde van Saxen, van Floris den I., met Geertruid van Saxen, en van Dirk den V., met eene andere Othilde van Saxen, hebben wy, op zyne plaats, gewag gemaakt. En die eenigermaaten in de Geschiedenissen deezer tyden bedreeven is, zal zig geenszins over de vermaagschapping onzer Graaven met den Huize van Saxen verwonderen. De Hertogen van Saxen waren, zo zeer als de Hollandsche Graaven, op de Keizers, die ten deezen tyde regeerden, gebeeten, boven al op Henrik den IV., met wien zy lang en dikwils geoorlogd hebben. De Huwelyken der Hollandsche Graaven met Dogters uit den Huize van Saxen dienden dan, om de Party, die beide de Saxers en de Hollanders voorstonden, te styven, en de maatregels der Keizeren, met vereenigde magt, te leur te stellen. |
|