Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijIV. Oorsprong der Kruisvaarten, naar het Heilig Land.In den aanvang der Regeeringe van Graave Floris, werdt de Kruisvaart naar 't Heilig Land in verscheiden' deelen van Europa, gepredikt. De Pelgrimaadjen naar 't Oosten waren langs hoe gemeener geworden, onder de Christenen van Europa. Robert de Fries, Graaf van Vlaanderen en geweezen Voogd | |
[pagina 200]
| |
van Graave Dirk den V. hadt, voor zynen dood, die in 't jaar 1093 voorviel, ook deezen togt ondernomen, en gelukkiglyk voltrokkenGa naar voetnoot(g). De Pelgrims, te rug keerende, hadden alomme den mond vol van de verdrukkingen, die de Christenen, te Jeruzalem, en elders in 't Oosten, leeden, en van de schande, die 't voor de Europische Christenen was, dat de Heilige Plaatsen langer in de handen van ongeloovigen bleeven. Paus Gregoor de VII. hadt al in 't jaar 1074, een ontwerp gesmeed, om de Europische Vorsten, tot het beoorlogen der Mahometaanen en het herwinnen van 't Heilig Land op te wekkenGa naar voetnoot(h). Doch de scheuring in Kerk en Staat hadt de uitvoering gestremd. Urbaan de II., een zyner opvolgeren,Ga naar margenoot+sloeg in den jaare 1095, eindelyk de hand zo yverig aan dit werk, dat verscheiden' aanzienlyke Vorsten zig tot den Kruistogt beweegen lietenGa naar voetnoot(i). Van het gemeen, vloeide eene ontelbaare menigte, uit alle oorden, samen. Een Kluizenaar uit het Bisdom Amiens, bekend by den naam van Petrus den Heremiet, die zelf van Jeruzalem te rug gekomen was, doorliep Landen en Steden, alomme de Kruisvaart predikende. Ook hadt de Paus bevolen, dat de Bisschoppen, elk in zyn Stigt, 't Gemeen door allerlei redenen tot den togt naar 't Heilig Land moesten opwekkenGa naar voetnoot(k). De Grieksche | |
[pagina 201]
| |
Keizer, Alexis Comnenes, schreef eenen beweeglyken Brief aan Robert, Graave van Vlaanderen, Zoon van Robert de Fries, hem vermaanende, ‘den Oosterschen Christenen, met alle zyne magt, te hulp te komen, en het Graf des Heeren den ongeloovigen te ontweldigenGa naar voetnoot(l).’ Men kan niet twyfelen, of de Kruisvaart is, hier te Lande, ook gepredikt geweest. Eene oude Kronyk van WestfrieslandGa naar voetnoot(m) noemt zelfs veele Friesche Edelen by naame, die, by deeze gelegenheid, zig, gelyk gebruikelyk was, een rood of wit of ander gekleurd Kruis op den regter schouder lieten hegten, en het geleide van den Franschen Kluizenaar volgden: onder welkenGa naar margenoot+de Fortemans, Galamas en Botnias de bekendsten waren. Ook getuigen de Zeeuwsche KronykenGa naar voetnoot(n), dat eenige Zeeuwsche Edelen, met naame die van Borsselen, naar 't Heilig Land optrokken. Een Schryver der vyftiende eeuwe zegt, dat men geloofde, dat Dirk, Zoon des Heeren van Brederode, en Jan, Heer van Arkel, uit de Hollandsche Edelen, zig ook op den Kruistogt, onder 't geleide van Graave Robert van Vlaanderen, halven Broeder van Moeders zyde van Graave Dirk den V., begeven hebben. De Heer van Arkel zou, in 't Heilig Land, gestorven zynGa naar voetnoot(o). Elk scheen bezeten van een' sterken drift, die oud en jong, ryk en arm op de been hielp. De Ede- | |
[pagina 202]
| |
len verpandden hunne Sloten en landeryen, of verkogtenze om half geld. Men ontzag zig niet, Vrouwen, Kinderen, Ouders en al wat men dierbaars bezat te verlaaten, om eenen togt te onderneemen, die als een proef van Godsdienstigheid geroemd werdt. Ondertusschen voegden zig, by den grooten hoop, ook veel slegt Volk en Vrouwluiden in mans gewaad; 't welk oorzaak van veele ongeregeldheden onder de Kruisvaarers wasGa naar voetnoot(p). Vier groote benden sloegen, in de Lente des jaars 1096, op weg: een van welken, omtrent veertig duizend menschen sterk, door Pieter den Kluizenaar, geleid werdt. In de Lente des volgenden jaars, kwamen zy te Konstantinopole: trokken, sedert, over den Hellespont, en vereenigden zig, in klein Azie. Nicea in Bythinie was de eerste stad, die op den twintigsten van Zomermaand des jaars 1097, by verdrag, ingenomen werdt, na eene belegering van ruim vyf weekenGa naar voetnoot(q), in welke, verscheiden' Friesche Edelen hunne dapperheid getoond, en Tjepko Forteman het leeven verlooren hadtGa naar voetnoot(r). Ook hadt Robert, Graaf van Vlaanderen, hier wonderen gedaanGa naar voetnoot(s). In 't volgend jaar, werdt Antiochie ingenomenGa naar voetnoot(t), en eindelyk Jeruzalem, op den vyftienden van Hooimaand des jaars 1099, | |
[pagina 203]
| |
na een beleg van vyf wekenGa naar voetnoot(u). Godefrid van Bouillon, Hertog van Lotharingen, Zusters Zoon van Godefrid den Bultenaar, werdt, kort hier na, tot Koning van Jeruzalem verheevenGa naar voetnoot(v). Hy regeerde naauwlyks een jaar; doch het nieuw Koningryk, door hem gestigt, is, onder verscheiden' Koningen, agt en tagtig jaaren in stand gebleeven. Zulk een gevolg hadden de eerste Kruistogten naar 't Heilig Land. Wy zullen hier na zien, wat deel de Ingezetenen deezer Landen meer gehad hebben, in het gene vervolgens, in het Oosten, ondernomen werdt. Doch 't zal hier niet te onpas komen, het oogmerk en den eindelyken uitslag deezer Kruistogten, die zo merkelyken invloed op den Geestelyken en weereldlyken Staat des Christenryks en onzes Vaderlands in 't byzonder gehad hebben, beknoptelyk aan te wyzen. Ga naar margenoot+ De Pausen, de eerste en voornaamste aandryvers der Kruistogten, gaven voor, met dezelven, geen minder oogmerk te hebben, dan de herstelling en voortplanting van den waaren Godsdienst, onder de ongeloovigen. Doch men zag, wel haast, dat, onder deezen dekmantel, een andere toeleg verborgen was. Zy zogten hun Geestelyk Regtsgebied uit te breiden in 't Oosten, en de Patriarchschappen van Antiochie en van Jeruzalem, zelfs, ware 't mogelyk, dat van Konstantinopole van zig afhanglyk te maaken. Zy beweerden, daarenboven, regt te hebben, op alle de Landen, die door de Kruisvaarers ge- | |
[pagina 204]
| |
wonnen werden. Ook was het hun te doen, om de vermeerdering van hun gezag, over de Vorsten en Volkeren van 't Westen, die zy eerst vervulden, met eenen bygeloovigen eerbied voor Palestina, daar de voetstappen stonden van den Zaligmaaker en van de Apostelen; op dat zy hen, te ligter, zouden beweegen tot het onderneemen van herhaalde Kruisvaarten, en ondertusschen een nieuw Pauselyk regt, uit deeze Kruisvaarten gesprooten, in alle Landen invoeren. Vorsten, Edelen, Koopluiden, Burgers, Boeren, Slaaven zelven beloofden zig eer en voordeel uit de togten naar 't Heilig Land. Op 't woord der Leeraaren, zag menze, in 't algemeen, aan als een verdienstelyk werk: waardoor elk, 't zy hy 'er in slaagde of omkwam, de weg naar den Hemel gebaand werdt. De Pausen gaven ook aan ieder, die 't Kruis aannam, aflaat van zonden: 't welk veelen, die zig aan strafbaare euveldaaden schuldig kenden, bewoog, tot het onderneemen van eenen Kryg, die hen, voor 's Hemels ongenade, en te gelyk voor de straffe des weereldlyken Regters bevryddeGa naar voetnoot(w). Hier kwam nog by, dat de Slaaven, die 't Kruis aangenomen hadden, vry verklaard werden; alzo 't hunnen Heeren niet geoorlofd was, hen den togt te doen staaken. Zulken ook, die met schulden bezwaard waren, mogten, zo dra zy zig met het kruis hadden laaten tekenen, nergens, door hunne schuldeischers, bekommerd | |
[pagina 205]
| |
of vervolgd wordenGa naar voetnoot(x). Ook moesten de twisten van Heeren en Vorsten onderling worden gestaakt, wanneer slegts een der twistende partyen het kruis aanvaard hadt: 't welk men eenGa naar margenoot*Bestand Gods hebben noemde. 't Beoorlogen van een Volk, welks Heer op den Kruistogt was, werdt ook by den Paus voor heiligschennis gehouden. Door al het welke, grooten en kleinen, in merkelyken getale, werden aangezet, om zig te laaten tekenen: terwyl 'er, te gelyk, de gemeene regten, alomme, naar een nieuw Pauselyk regt, door verplooid en hervormd werden. 't Welk niet nalaaten kon 's Pausen gezag hooger op te vyzelen, onder volkeren, die reeds waren ingenomen, met de diepste hoogagting voor den Heiligen Stoel. Verscheiden' veranderingen in het Burgerlyke regt en verscheiden' misbruiken in den Godsdienst zyn hunnen oorsprong verschuldigd aan de Pauselyke wetten, tot aanmoediging der Kruisvaarten gemaakt: met naame, het ophouden van den Staat van dienstbaarheid onder de boeren, aan veele oorden: alzo de verlaaten' Landen, by mangel van Slaaven, aan vryen om te bebouwen moesten worden verhuurd: ook het verheffen van burgers of boeren tot den stand van Edelen, in de plaats der menigvuldige Edelen, die op de Kruistogten omkwamen: waarvan ons onze Vaderlandsche Geschiedenissen ook voorbeelden uitleveren. Het verpanden van Leengoederen is, na de Kruisvaarten, insgelyks, | |
[pagina 206]
| |
in gebruik gebleeven. En om ook iets van 't Godsdienstige te zeggen, de Bisschoppen in naamGa naar margenoot*over Stigten, die in de magt der ongeloovigen waren, de Geestelyke Stedehouders, die noodig werden, als de Kerkvoogden uitlandig waren, en de Geestelyke Ridderorden zyn hunnen oorsprong verschuldigd, aan Pauselyke instellingen, ter gelegenheid der Kruisvaarten. Zelfs meent men dat het houden van 't Avondmaal onder de gedaante van brood alleen, eerst op de Kruistogten en in Palestina, in gebruik geraakt isGa naar voetnoot(5), zynde hier, voor zo veel volks, zelden wyns genoeg te bekomen. Ondertusschen zyn de meeste Kruisvaarten, die hier zo veel invloed op de gemeene zaaken hadden, in 't Oosten ongelukkig uitgevallen. Zy hebben veelen Vorsten en een onnoemelyk getal van Edelen en gemeenen het leeven gekost: veele Ryken en Staaten zyn 'er door verzwakt en verarmd, en Palestina en 't gantsch gebied der Grieksche Keizeren is, eindelyk, onder de heerschappye der Mahometaanen, vervallen. Doch 't zal in 't vervolg te pas komen nog iets, wegens den uitslag van twee of drie Kruisvaarten, aan te tekenen. Wy hervatten den afgebroken draad van ons verhaal. |
|