Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijIII. Floris de II. of de Vette wordt Graaf.Dirk de V. liet eenen Zoon na, Floris genaamd, en in onze Kronyken, by den naam van Floris den VettenGa naar voetnoot(4), bekend. Hy volgden zynen Vader op in 't Graaflyk bewind over Holland. Sommigen willen, dat hy, nog jong van jaaren zynde, door Keizer Henrik den IV., onder de Voogdye gesteld werdt, eerst van Koenraad, Graave van Werla, daar na van Henrik, Graave van Northeim, den eersten een' vollen, den tweeden een halven | |
[pagina 199]
| |
Broeder van de Graavinne OthildeGa naar voetnoot(c). Doch hier van is ons geen blyk voor gekomen. Men vindt wel dat Koenraad, Graaf van Werla,Ga naar margenoot* door zekere onbekende soort van Friezen, in den jaare 1092, is omgebragtGa naar voetnoot(d). Doch niet dat hem eenig bewind over Holland of Graave Floris was toevertrouwd. Van Henrik den Dikken, Graave van Saxen, Zoon van Otto, Graave van Northeim, leest men, dat hem het Markgraafschap van Friesland, door Keizer Henrik den IV., ter leen opgedraagen werdt, en dat hy, bezit van zyn leen willende neemen, eerst door het Krygsvolk des Utrechtschen Bisschops, daar na door het Friesche graauw tegengestaan en belaagd werdt; tot dat hy, gedwongen zynde de vlugt naar den zeekant te neemen, door het Bootsvolk, van 't leeven werdt beroofd; 't welk, volgens sommige oude Schryvers, in 't jaar 1101Ga naar voetnoot(e), volgens anderenGa naar voetnoot(f), in 't jaar 1103, gebeurd zou zyn. Doch dat ook deeze Henrik Voogd van Graave Floris zou zyn geweest, is, onzes weetens, van geen' oud' Schryver getuigd. |
|