Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVII. Scheepsstryd voor Vlaardingen, tusschen de Keizerschen en Hollanders.Het gros van 't Keizerlyk Leger was, na 't wel gelukken van den aanslag op Dordrecht en Vlaardingen, wederom te rug gekeerd, en de Keizer, midlerwyl met andere zaaken onledig, vierde het Pinksterfeest des volgenden jaars te Spiers, toen hy van de vyandlykheden van Hertog Godefrid en Graave Dirk tyding kreeg. De Hertog schikte hem, kort daar op, een gezantschap toe, en wist zynenGa naar margenoot+opstand zo listiglyk te verschoonen, dat de Keizer besloot zyne magt, voor eerst, alleen tegen Graave Dirk te wendenGa naar voetnoot(h). Tegen den Herfst dan, werdt 'er wederom eene Vloot toegerust, die, eerst langs den Ryn, en vervolgens langs de Waale en Maaze, tot voor Vlaardingen afzakte. Een oud Schryver, die van deezen togt gewaagt, zegt, dat de Keizer zig toen van Rynsburg en Vlaardingen, twee zeer sterke Steden in Friesland, meester | |
[pagina 162]
| |
maakteGa naar voetnoot(i). Doch wy hebben gezien, dat Vlaardingen, te vooren reeds, door hem, bemagtigd was. 't Kan zyn, dat hy nu een gedeelte zyner benden ontscheept heeft, om Rynsburg in te neemen. Doch 't is bedenkelyk, of men voor Rynsburg of Rinesburg, gelyk 'er eigenlyk staat, geen Keenenburg moet leezen, 't welk ook reeds te vooren overmeesterd was. Dit wordt te waarschynlyker, om dat ouder Schryvers getuigen, dat de Keizer, op deezen tweeden togt, weinig uitregtteGa naar voetnoot(k). 't Jaargetyde was te ver verloopen, en de grond reeds, op veele plaatsen, zo week geworden, dat het ontscheepte Leger weinig spoed maaken kon. Ook waren twee van de grootste Schepen, met de ebbe, in den slyk vast geraakt. Hier kwam nog by, dat de Maasdyk, door eenen opgekomen hoogen vloed, zo veel te lyden hadt, dat hy bezweek: waar door de Legerplaats des Keizers alomme onderliep, en de Keizer zelf in gevaar van verdrinken raakte. Toen gaf hy bevel, om af te trekken en scheep te gaan. Graaf Dirk, die zig, by tyds, van een goed getal van ligtgewapende vaartuigen voorzien hadt, was ondertusschen, op de slegt bemande en ten deele in 't slyk belemmerde Keizerlyke Schepen aangevallen, van welken hy zig, schier zonder slag of stoot, meester gemaakt hadt; des de Keizer, geenen kans ziende, om zyner Vloote wederom magtig te wor- | |
[pagina 163]
| |
den, den weg naar Utrecht insloeg. Graaf Dirk, met weinige manschap te lande gestapt, vervolgde den wykenden vyand een stuk wegs, en bragt hem, in zyne agterhoede, merkelyke schade toe. Keizer Henrik kwam, met het overschot zyns Legers, ter naauwer nood behouden te Utrecht; en Graaf Dirk, te rug gekeerd, trok, regt toe regt aan, op Dordrecht, van welke Stad, hy zig, met weinige moeite, meester maakteGa naar voetnoot(l). Ook viel hem, sedert, wederom alles in handen, dat hem te vooren ontweldigd was. |
|