Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXII. Byzonderheden wegens Sifrid of Sikko, Broeder van Dirk den III.Omtrent deezen zelfden tyd, op den vyfden van Zomer-of van Oogstmaand, overleedt Sifrid, of Sikko, de Broeder van Graaf Dirk den IIIGa naar voetnoot(s). Hy werdt te Egmond, welks Abtdy hy en zyne Huisvrouw rykelyk begiftigd hadden, begraavenGa naar voetnoot(t). Weinig gegrond bescheid vindt men van hem in oude Gedenkschriften. Onze Kronyken verhaalen, dat hy, met zynen Broeder overhoop geraakt zynde, en, zo sommigen willen, zelfs eenen doodslag begaan hebbende, naar Kennemerland vlugtte; alwaar hy, door de schoonheid of looze treeken van zekere Tetta of Tietburg bekoord, zig met haar, in een gantsch ongelyk Huwelyk, begaf. Zy was de Dogter van zekeren Gozewyn: die, uit Friesland, dat is Westfriesland, te Kastrichem was komen woonen. Dit Huwelyk vermeerderde de oneenigheid tusschen Sikko en zynen Broeder, dien hy het bewind van 't Vaderlyk Graafschap misgunde. Zo hoog liep de tweedragt, dat | |
[pagina 151]
| |
Graaf Dirk op zyns Broeders leeven toelei. Eindelyk werdt hem, by verdrag, het bewind over Kennemerland en Westfriesland, onder zynen Broeder, afgestaanGa naar voetnoot(u). Hy liet twee Zoonen na, Dirk, den eersten Heer van Brederode en Zevenbergen, en Godefrid, Heer van LuxemburgGa naar voetnoot(v). Graaf Dirk de III. hieldt, na Sikkos dood, 't bewind over Kennemerland en Westfriesland wederom aan zigGa naar voetnoot(w). |
|