Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXI. Vrede tusschen den Graave van Holland en den Bisschop van Utrecht.Zeker genoeg is 't, dat Graaf Dirk in 't bezit bevestigd is, van de Landen omtrent Dordrecht en Bodegrave; doch 't is waarschynlyk, dat hy dezelven van den Utrechtschen Bisschop ter Leen heeft gehouden. Men heeft nog eene oude Lyst van de Leenmannen der Utrechtsche Kerke, in welke de Graaf van Holland, als 's Bisschops Maarschalk gedagt, en verscheiden' Landen opgenoemd worden, welken hy van de Utrechtsche Kerke ter Leen hieldt. Sommigen brengen deeze Lyst tot den tyd van Bisschop Adelbold, die in 't hoofd derzelve genoemd wordtGa naar voetnoot(m). Doch anderen houden de oudheid en egtheid der zelve verdagtGa naar voetnoot(n), waar toe te meer reden is, om dat zy, by de verscheiden' Schryvers, die dezelve aanhaalen, niet eveneens gevonden wordtGa naar voetnoot(o). 't Schynt wel een werk van ouden oorsprong te zyn, en veelligt van Adelbolds tyd; doch merkelyk aangevuld en bedorven, in laater tyden. Van den Hollandschen Graave leest men 'er, onder anderen, in, dat hy het Graafschap van Holland van den Utrechtschen | |
[pagina 149]
| |
Bisschop, als een vry Leenman, ter Leen hieldt: doch veelligt moet men, door dit Graafschap van Holland, het Graafschap van Bodegrave, welk Dirk de III. Dirk Bavo ontweldigd hadt, verstaan. En 't is gantsch niet vreemd, dat Adelbold dit Graafschap, welk Dirk de III. reeds bemagtigd hadt, by 't sluiten der Vrede, aan hem ter Leen opgedraagen heeft. Zo men anders de Lyst, van welke wy spreeken, tot laatere tyden brengen wil, kan men, voor het Graafschap van Holland, het Graafschap van Gerolf en deszelfs opvolgers neemen, welk, gelyk wy hier na zullen zien, in 't jaar 1064, by Keizerlyke Brieven, aan den Bisschop van Utrecht werdt opgedraagen. Men mag ook vermoeden, dat de Graaf van Holland zig verbonden hebbe, het Stigt van Utrecht, met de wapenen, te beschermen, en dat hy hierom, sedert, den naam van Maarschalk des Bisschops gedraagen heeft; door welken naam, onder anderen, oulings, gelyk tegenwoordig, een Legerhoofd betekend werdt. Voorts hadt een Maarschalk ook de eer van het zwaard voor den Bisschop te draagen, by deszelfs inwyding, en den toom van 's Bisschops paard vast te houden, terwyl hy 'er aftradtGa naar voetnoot(p). Ga naar margenoot+ Na 't sluiten der Vrede met Bisschop Adelbold, schynt Graaf Dirk wederom in de gunst des Keizers hersteld te zyn. Immers hy verscheen, in Herfstmaand des jaars een duizend vier en twintig, op den Ryksdag, op welken Koenraad, Hertog van Zwaben, in de | |
[pagina 150]
| |
plaats van Henrik den II., tot Keizer verkooren werdt. De Schryver, die dit verhaalt, noemt onzen Graaf Dirk van Friesland [Thiedericus Fresoniae]Ga naar voetnoot(q). Ook gewaagt hy, onder dien zelfden naam, van hem, by gelegenheid van zekere algemeene byeenkomst der Ryksvorsten,Ga naar margenoot+die, in Herfstmaand des jaars een duizend en dertig, te Hirtsfeld gehouden, en door Graave Dirk ook bygewoond werdtGa naar voetnoot(r). |
|