Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIII. Watervloed hier te Lande, die, meent men, een der Rynmonden by Katwyk heeft doen verstoppen.Voor 't einde deezes jaars, op den zesentwintigsten van Wintermand, ontstondt, hier te Lande, zo hevig een storm en geweldige Zeevloed, dat byna gantsch Friesland overstroomd werdt. Het water stondt zo hoog, dat het de toppen der Duinen, die toen hier dien zelfden naam reeds hadden, omtrent evenaarde. Veele menschen en beesten verdronken. Ook werdt, na eene naauwkeurige opneeming, bevonden, dat 'er twee duizend vier honderd zeven en dertig Huizen om verre gespoeld warenGa naar voetnoot(u). 't Gemeen gevoelen is, dat de mond des Ryns, die, tot deezen tyd toe, ter plaatse daar nu Katwyk is, in Zee geloopen hadt, by deeze gelegenheid, door het ingewoelde zand, verstopt ge- | |
[pagina 59]
| |
worden isGa naar voetnoot(v). Waarschynlyker komt het ons egter voor, dat de verstopping van den Rynmond by Katwyk, niet op éénen tyd, maar allengskens geschied zy. Ga naar margenoot+ De dood van Keizer Lodewyk, die, op den twintigsten van Zomermaand des volgenden jaars, voorvielGa naar voetnoot(w), veroorzaakte veel twist onder zyne Zoonen, over de Ryksverdeeling. Lotharius, de oudste, poogde zig van alles meester te maaken, en viel, nu Lodewyk, dan Karel, met de wapenen, op 't lyfGa naar voetnoot(x). De Deensche Zeeschuimers bedienden zig van deeze verwarringen, stevenden naar de kusten van Frankryk, langs welken, toen zorgelooze wagt gehouden werdtGa naar voetnoot(y), voeren de Seine op, en verdelgden Rouan, en veelen der omgelegen' Kloosters en andere Wooningen. Dit gedeelte van Frankryk behoorde onder het Ryks aandeel van Karel, naderhand den Kaalen bygenaamd. Lotharius, die zynen aanhang tegen dien van zyne Broederen poogde te versterken, hadt Heriold in zyne belangen overgehaald; en deeze de Deenen aangezet, om deezen inval in Karels Landen te doen. Ten loon van deezen dienst, schonk Lotharius hem eene Landstreek, volgens sommige oude Schryvers, niet verre van Rouan gelegen, en Gaula Crusalia genoemdGa naar voetnoot(z). Doch anderen melden, dat Heriold, ten deezen tyde, het Eiland Walcheren en eeni- | |
[pagina 60]
| |
ge nabuurige Plaatsen, van Lotharius, ter leen gekreegen heeftGa naar voetnoot(a). Ondertusschen geschiedde de vervreemding deezer Landen niet zonder merkelyken tegenzin der Landzaaten, die zig ongaarne van de Uitheemschen beheerschen lietenGa naar voetnoot(b). De Noormannen pleegden, van dien tyd af, onder 't beleid van Heriold, geduurige vyandlykheden, in de Landen, die Karel waren toegeweezenGa naar voetnoot(c). Om de Saxers, insgelyks, aan zyne belangen te verbinden, gaf Lotharius hun, ten deezen tyde, volkomen' Vryheid van Godsdienst, waar op veelen, wederom, tot de oude bygeloovigheid, vervielenGa naar voetnoot(d). |
|