Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijIX. Staatswisselingen in Frankryk.Het Ryk van Childebert werdt onder zyne twee Zoonen Theodebert en Theodorik verdeeld. Oostfrankryk viel Theodebert den II ten deel. Sommige Schryvers gewaagen van eenen slag tusschen de Franken en Saxers, die, omtrent het jaar zesGa naar margenoot+honderd en vyf, zou voorgevallen zyn, in welken beide die volkeren veel geleeden zouden hebbenGa naar voetnoot(o). Doch de Frankische Jaarboeken spreeken, onzes weetens, niet van deezen slag, veelligt, om dat 'er de Franken meer nadeel dan voordeel in behaalden. In 't jaar zes honderd en tien, ontstondt 'erGa naar margenoot+een felle kryg tusschen de twee Broeders, doordien Theodebert zig van de Elsas meester gemaakt hadt, op welk Landschap, Theodorik, uit kragte van een' uitersten wil zyns Vaders, oordeelde regt te hebbenGa naar voetnoot(p). Men kwam, in 't volgend jaar, tot eenGa naar margenoot+hoofdtreffen omtrent Zulpich. Theodebert kreeg de nederlaag, werdt in de vlugt gegreepen, en aan zyne Grootmoeder Brunechilde, die Theodoriks zyde hieldt, gezonden. Meroveus, een jong Zoontje van Theodebert, op bevel van Theodorik, aangehouden zynde, werdt, door iemant, by de beenen gevat, en met het hoofd tegen de steenen dood gesmeetenGa naar voetnoot(q). Brunechilde, | |
[pagina 330]
| |
die haaren Kleinzoon, Theodorik, niet wyken wilde in wreedheid, deedt Theodebert terstond den kruin scheeren, en den geestelyken staat, gedwongen, aanneemen; doch niet lang daar na, moorddaadiglyk van kantGa naar margenoot+helpenGa naar voetnoot(r). Theodorik overleefde zynen ongelukkigen Broeder nog geen jaar, en liet vier Zoonen na, onder de bestiering zyner Grootmoeder Brunechilde. Hy hadt zig in eenen Oorlog ingewikkeldGa naar voetnoot(s) met zynen Neeve, Klotar is den II, Zoon van Chilperik, die een gedeelte van 't Frankisch Ryk regeerde, en te Soissons zyn Hof hieldt. Die oorlog werdt, na zynen dood, agtervolgd. Drie van Theodoriks Zoonen werden van Klotaris, nevens hunne Overgrootmoeder, Brunechilde, in eenen veldslag, gevangen. Van den vierden, Childebert genaamd, die uit den stryd ontvlooden was, werdt sedert niets meer vernomen. Klotaris deedt de twee oudsten, Sigebert en Klodus, terstond van kant helpen, den jongsten, Meroveus genaamd, van wien hy Doopheffer geweest was, buiten Staatsbediening opvoeden, en Brunechilde, op eene smaadelyke wyze, naakt, met den eenen arm en voet, by 't hoofdhair, aan de staart eens Paards gebonden, te pletteren sleepenGa naar voetnoot(t). Klotaris de II bleef dus alleen in 't bestier van 't gantsch Frankisch Ryk. Doch in | |
[pagina 331]
| |
't jaar zes honderd twee en twintig, droegGa naar margenoot+hy de Regeering over Oostfrankryk, en gevolglyk ook over de Landen, omtrent den Ryn gelegen, op aan zynen oudsten Zoon, Dagobert, die van de Oostfranken, eenpaarig, tot Koning werdt aangenomenGa naar voetnoot(v). Vier of vyf jaaren, hadt hy geregeerd, toen hy, naar 't verhaal van sommige laatere Schryvers, met de Saxers in oorlog raakte. Onze oudste Kronyken maaken ook gewag van deezen Kryg, en schoon hun verhaal met eenige fabelagtige omstandigheden doormengd schynt, vindt men 'er egter eenige andere omstandigheden in, die gegrond voorkomen. Wy deelen de byzonderheden van deezen Oorlog den Leezer mede, zo als wy ze gevonden hebben. Elk schifte, zo veel doenlyk zy, het waare van het valsche. |
|