Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXVII. Civilis en Klassikus willen Cerealis de heerschappy der Galliën opdraagen; die hunne aanbieding stilzwygens versmaad.Civilis en Klassikus, nu vernomen hebbende, dat Cerealis het land der Treviren inhadt, zonden hem brieven toe van deezen inhoud: dat Vespaziaan, of men schoon de tyding verborgen hieldt, uit het leven gescheiden, en Rome en gantsch Italie, door inwendige oorlogen verteerd was; en dat, zo Cerealis de heerschappy over de Galliën aanneemen wilde, zy zig binnen de grenzen hunner landen te vrede houden zouden; doch verkoos hy liever te stryden; daar hadden zy ook niet tegen. Cerealis antwoordde niets altoos op deeze brieven, en zondt zelfs de brengers aan Domitiaan, Zoon van Vespaziaan, die te Rome zyn deel droeg van den last der regeeringeGa naar voetnoot(i). Het leger der Romeinen hadt zig, op eene onveilige plaats, nedergeslaagen; doch werdt nu met graft en wal omringd en versterkt. Civilis en zyne Bondge- | |
[pagina 165]
| |
nooten, hunne magt verdeeld hebbende,Ga naar margenoot+trokken, van alle kanten, op de Romeinen aan. Veelen beschuldigden Cerealis, dat hy hun 't verzamelen hadt toegelaaten; daar hy hun anders ligtelyk hadt konnen onderscheppen. Ondertusschen was men in 't Germaanisch Leger oneensGa naar voetnoot(k). Civilis, oordeelende dat menGa naar margenoot+op de Galliërs en Belgen, die in zyn leger waren, geenen staat maaken kon; alzo zy, of openlyk of heimelyk, betoonden tot de Romeinen genegen te zyn, beweerde dat men den stryd uitstellen moest, tot de aankomst der Overrynsche Germaanen, die de gekneusde kragten des Roomschen volks vertreeden zouden. Tutor riedt tot haasten, voor redenGa naar margenoot+geevende, dat het Roomsch leger eerlang door ervaarene Keurbenden, opontbooden uit Spanje, Britanje en Italie, stondt versterkt te worden, en dat de Overrynsche Germaanen, op welken men steunde, zig niet lieten regeeren; maar alles naar hun welgevallen deeden. Hy bevestigde zyn gevoelen nog door andere redenen, en werdt van Klassikus toegestemd; waar op men terstond gereedheid maakte, om de Romeinen te overvallenGa naar voetnoot(l). De Ubiën en Lingoonen werden in 't middenGa naar margenoot+ des legers geplaatst; de Ruiterbenden der Batavieren voegden zig in de regter, en die der Tenkteren en Brukteren in de linker vleu gel. Een deel trok langs 't gebergte, een ander tusschen den weg en den Moezelstroom; | |
[pagina 166]
| |
en men viel zo onverhoeds in 't Romeinsch leger, dat Cerealis, die zig des nagts niet in 't leger onthieldt, maar, zo 't schynt, in de Bouwstad der Treviren; in zyne slaapkamer en bed, te gelyk hoorde dat men vogt, en dat de zynen overwonnen werden. Zo lang begraauwde hy de vertzaagdheid der boodschapperen, tot dat hy de gantsche neêrlaag voor zyne oogen zag. De legerplaats der Keurbenden werdt doorbroken; de ruiters verstrooid en de brug over de Moezel, die het eene gedeelte der Bouwstad aan het andere hegt, van denvyand bezet. Cerealis, onbeteuterd in die verwarring der dingen, rukt de vlugtenden met de hand te rug, vliegt, met ongedekten lyve, onder 't werpgeweer, en styft gelukkiglyk, met eenen uitgelezen hoop, de wedergewonnen' brug. Toen, in 't leger te rug gekeerd, bestraft hy de Soldaaten, die de Arenden en Krygstekens al begonden te verlaaten, met zo veel stoutmoedigheidGa naar voetnoot(m), dat zy stal houden, en by regementen en rotten samendrommen. Tutor, Civilis en |
|