Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 160]
| |
Keurbende ontboodt men uit Britanje, de zesde en tiende uit Spanje. De Galliërs, de aankomst deezes legers verneemende, kwamen in 't gewest der Remen by een. Hier werden zy van de afgevaardigden der Treviren ingewagt, onder welken, Tullius Valentinus de Galliërs, met eene voorbedagte rede, tot den oorlog ophitsteGa naar voetnoot(x). Zy werden daarentegen van Julius Auspex, eenen der edelsten onder de Remen, in toom gehouden, en tot de vrede vermaand. De Galliërs preezen den moed van Valentinus; doch volgden den raad van Julius. Men schreef brieven aan de Treviren, om hen de wapenen te doen nederleggen; 't welk Valentinus met alle kragt beletteGa naar voetnoot(y). Ondertusschen droegen zig de Treviren en Lingoonen geenszins zo voorzigtig, als het hun, in dien gegevaarlyken toestand, betaamd hadt; houdendende de Hoofdluiden zelven geene gemeenschap van raad. Ga naar margenoot+ Civilis yverde sterker, en trok langs de buitenwegen der Belgen, om Klaudius Labeo te vangen, of te verdryven. Klafsikus sleet zynen tyd in ledigheid, en nam zo goede dagen van de heerschappye, als wareze reeds gewonnen geweest. Ook Tutor haastte zig niet, om den Bovenryn en het Alpisch gebergte te bezetten. Ondertusschen was de eenentwintigste Keurbende, door Vindonisla, alwaar noch Romeinsche bezetting lagGa naar voetnoot(z), en | |
[pagina 161]
| |
Sextilius Felix met de hulpbenden, doorGa naar voetnoot(5) Rhetie, tot in Germanie doorgebroken. By deezen hadt zig eeneGa naar margenoot*vleugel Ruiteren gevoegd, die, eertyds door Vitellius opontbooden, federt tot Vespaziaans party was overgegaan. De Overste der zelve was de meergemelde JuliusGa naar margenoot+Brigantikus, Zusters Zoon van Civilis, en, gelyk gemeenlyk de haat tusschen Bloedverwanten de heftigste is, benyd van zynen Oom, en gebeeten op denzelven. De Trevirsche benden waren door de hulptroepen derGa naar voetnoot(6) Vangionen,Ga naar voetnoot(7) Karakaaten enGa naar voetnoot(8) Triboken, vermeerderd, en zelfs door eenige Keurbendelingen, die van Sextilius Felix vooruitgezonden waren, gesterkt. Doch als de Romeinsche heiren nu genaakten, liepen deezen wederom tot de hunnen over; wordende van de gemelde hulpbenden der Treviren gevolgd. Tutor en zyne landsluiden weeken naar Bingium of Bing, over den stroom Nave. Hier meende hy veilig te zyn, vermids hy de brug, die | |
[pagina 162]
| |
'er over lag, afgebroken hadt. Doch Sextilius geraakte met eenige vendels over eene ondiepte, en dreef de Treviren op de vlugt. De Keurbenden, die uit Novesium en Bonna by hen gevoegd waren, bragten zig zelv' onder den eed van Vespaziaan, en trokken, niet lang daar na, naar deGa naar voetnoot(9) Mediomatriken, die met de Romeinen in verbond stondenGa naar voetnoot(a). Ondertusschen was Valentinus by de zynen aangekomen, raazende van spyt over 't verlies, en van begeerte naar den stryd. Hy rukt, nevens Tutor, de Treviren wederom in de wapenen, doet de Romeinsche Bevelhebbers, Herennius en Numisius, ombrengen; op dat, door minder hoop van vergiffenis, de benden te kragtiger, tot het volharden in den begonnen opstand, zouden aangezet wordenGa naar voetnoot(b). |
|