Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 92]
| |
Ga naar margenoot+van Gallie onveilig te maaken. Zy werden bestierd door den Oversten Gannaskus, die, een Kaninefaat van geboorte, en lang voor hulpsoldaat onder de Romeinen gediend hebbende, sedert tot de Kauchen overgeloopen was, en zig nu, door zyne Zeeschuimeryen, begon berugt te maaken. Hy wist dat de Galliërs ryk, doch magteloos ter Zee waren, en stroopte daarom, met ligte Vaartuigen, langs hunne Kusten. Aan Domitius Korbulo was midlerwyl 't bestier over Neder-Germanie opgedraagen, en hy reeds herwaards op weg, toen de Vyandlykheden der KauchenGa naar voetnoot(6) bekend werden. Zo dra was hy niet, op of omtrent het Eiland der Batavieren, aangekomen, of hy voerde de drieriemige Galeien, door den Kil des Ryns, en de overige Schepen, door de Wadden enGa naar margenoot+Stroomgaten, in Zee. Wel haast werden de Roofschepen van Gannaskus in den grond geboord, hy zelf met schande naar Huis gejaagd en alles wederom bevredigd. |
|