Mijn eerste stap(2020)–Karel de Waele– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Het geld. Het geld is toch een aardig ding, Geacht van elken sterveling, – Het wordt er van aanbeden! Voorwaar, een mooi voortrefflijk lot, Men maakt van 't Geld 'nen halven God, Den dag van heden! Een domkop speelt met Geld Mijnheer Een edelman en soms nog meer; Zie hem met fiere schreden, Het hoofd met hoogmoed opgericht, Het kijkglas op het aangezicht, Den dag van heden! O Geld! gij mooi en aardig ding! Bemind door elken sterveling, En door niemand vermeden; Al hebt gij soms een dwaze gril, Geen mensch die U verachten wil, Den dag van heden! Maar geeft het Geld dan altijd vreugd En zaligheid en hartsgeneugt, Dit vraag ik u met reden? – Het Geld, – ja zijt er zeker van, Maakt menig ongelukkig man Den dag van heden! De meisjes, voor het grootste deel, Die trouwen niet dan 't Geld, en veel Wordt er soms door geleden; En hoe is 't met zoo'n paar gesteld, Dat niet getrouwd is dan voor 't Geld, Den dag van heden? Vorige Volgende