Mijn eerste stap(2020)–Karel de Waele– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] De Vlaamsche Leeuw. Ziet gij die fiere Leeuw op zijn verbrijsde keten, Geen dwang meer om het lijf, geen banden om 't geweten? Ziet gij hem daar met roem en majesteit omstraald? Dit 's onze vlaamsche Leeuw! Bij donderend geschreeuw Heeft hij na eeuwen strijd de zegepraal behaald. Hoe 't bastaardrot ook tierde en schuimbekte van woede, Hij hield het in bedwang', vertrad hun geeselroede, En, zegevierend koen op 's adders vuigen hoon, Bleef onze Vlaamsche Leeuw, Bij 't dreunend vreugdgeschreeuw Van 't moedig Vlaamsche volk, met fierheid op den troon. Ja huilt en tiert en wringt, ontaarde bastaardkindren, Gij zult door list, noch haat, ooit zijne macht vermindren! Hem schut het vlaamsche volk met ondoordringbre borst. Ziet onze vlaamsche Leeuw! En 't juichend: ‘Leev'’ geschreeuw Ontstijgt het hart, tot spijt van wie hem lastren dorst. [pagina 41] [p. 41] En wee, wee hem die ooit zijn schepter aan durf randen! De Leeuw toon' hem zijn' klauw en zijne scherpe tanden; En bij de vreugdekreet van gansch het vlaamsche volk, Bij 't donderend geschreeuw Leve onze vlaamsche Leeuw! Valt hij ontzield door ons in woede ontvlamden dolk. Wat vlaming hier ook leev', voor fransche grilligheden, Verslaafd aan franschen roem, en malle fransche zeden; Hoe luid ook de arend poch, wij blijven steeds getrouw, Bij dreunend vreugdgeschreeuw, Aan onzen vlaamschen Leeuw. Geen rechte vlaming die hem ooit verloochnen zou. En bracht een onweêrswolk ons d'opgeblazen arend, Den bliksem in den klauw en ramp en oorlog barend, Hij viele doodgeknald in zijne hooge vlucht: Bij 't dondrend vreugdgeschreeuw ‘Leve onze vlaamsche Leeuw!’ Hergaf men zijne romp den pestgen Zuiderlucht! Vorige Volgende