Zuidwal(1995)–Hans van de Waarsenburg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Het lied van het eiland Het zit bijna geluidloos in de haren Het waait zo dichtbij, terwijl je Slaapt onder klamme lakens, afstand Is een droom van talen, ver van hier Een palmendroom, want zo haalt De avond je aan, schoorvoetend loop je Over strand, in wolken leg je een hand Leeg je het glas, dans je de dans Der dagen, schaar je je bij het water Schrijft dit naar je toe, zittend Bij het oestermeisje, de kale kat, Een dronken visser en de strandzanger Die drietandig zingt over de liefde Het eiland, de rode man, de tranen De oceaan, zout dat dorstig maakt En saudade die ons allen kraakt. Vorige Volgende