Zuidwal(1995)–Hans van de Waarsenburg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Het lied van de zeilen Het lied van de zeilen zoemt tussen Schering en inslag. Met weinig wind Draagt zij boten naar de vissen. Met Tegenzin hangt ze voor de zon Of maant vissers naar het strand Daar zingen de zeilen eeuwig eenzaam Hun refrein, maar zo onthand, want altijd De vrouwen, de avond, de aguardiente Die hen ontmant. Dobberend in zelfzang Rusten de zeilen, gereefd. Hun schaduw Hangt over dovend vuur. Deinend Schikken zij hun lied tot het wolfsuur. Vorige Volgende