Van de aanvaller geen spoor. Gedichten 1973-1983(1983)–Hans van de Waarsenburg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Tegenbeeld van tijd In dit hard- en zachtsteen van seizoenen, waar herfst niet meer toevallig is De witlinnen doek voorgoed op het gezicht lijkt gelegd, Spiegelt vanuit de schaduw koude zich dagelijks, tot zij plaats neemt Wat geschreven staat zichtbaar maakt, met zachte lippen in hem wrijft Zoals je door de avond loopt De dag aan je laarzen lapt Mij de mond snoert De snoek in mijn tong wakker maakt je lippen amoebe Alom in naakte huid vechtend Tegen de dood, geen blad van schaamte bewarend in dit tegenbeeld van tijd. Vorige Volgende