Van de aanvaller geen spoor. Gedichten 1973-1983(1983)–Hans van de Waarsenburg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] In tweezijdig licht De zee ter hoogte van het land, het huis beroert de daken. Gevleugelde woorden slaan neer in wind en schuim, dood nog slechts kan hem raken. Hij drukt de helm plat, duinzand vochtig, trekt naar boven. Meeuwen schuiven schuim en wind in zijn donkere alkoven. Daar staat dan een vader op, die roept met pijn van pijn. De zon blijft liggen op het duin, zee heeft te lang door zijn huis gezongen. Langzaam struikelt hij de wolken voorbij, eb trekt hem weg van het strand. In tweezijdig licht reiken wij naar elkaars hand. Vorige Volgende