Verzen (onder ps. Una ex Vocibus)(1900)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] XIII. Platanthéra bifolia. Wit ivoren standelkruid, Platanthéra bifolia! Weenende, weenende ben ik uit- Gegaan in leed en duisternis, In leed en zwarte duisternis. Platanthéra bifolia! Ik heb gedoold in den donkeren nacht, In den zomernacht, Ik ben gegaan waar de weg mij bracht. Door een laan van donkere boomen Ben ik gekomen Aan een glanzend wit moeras. Het lichte zilveren nevelkleed Dekte het donkere poelenleed, Dat dood en begraven was. O! dat mijn leed zich begraven liet Diep beneden - diep beneden - (Stil mijn ziel! het is lang geleden, Wek het gestorvene niet!) [pagina 27] [p. 27] Ik heb gedoold in den nacht, In den zoelen zomernacht, Mijn oogen schreiden, De bloemen zeiden: ‘Drink de geuren, die ik verspreid, Allen, die treuren, Schenken mijn geuren Vergetelheid’. Ik dronk de geuren, mij toegezonden. Als zoeten wijn, Zij kusten mijn wonden, Zij susten mijn pijn, Zij stilden mijn wilde Gedachten en brachten Mij zoete verdooving En ruste van pijn. Vorige Volgende