Iris(1928)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Stadsimpressie. Boven is duisternis, 't licht is beneden, Over het asphalt is schijnsel gegleden Uit de ballonnen, die hoog aan hun paal, Blinken als zonnen op kleinere schaal. Over het glanzende, glimmende plein, Waar ook de dansende tramlichtjes zijn, Keilt het geflikker van plasjes tot plas, Of het gekikker van lichtgeesten was. Haastelijk stappende, zwarte gedaanten Gaan en vertrappen de lichtjes al gaande, Of hen een duistere, sombere plicht Dreef door den luister van al dit licht. Vorige Volgende