Iris(1928)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Augustus 1914. Hoe lieflijk ligt van morgen In 't effen groene veld - Veilig en wel geborgen, Voor 't dreigend krijgsgeweld - De boerenhof, waar even, Nu 't effen wolkfloers brak, De zon wat kleur komt geven Op 't roode pannendak. En 't molentje beneden In 't grijs, dat welgemoed En deugdzaam en tevreden Zijn wiekjes draaien doet. En ginds de spitse toren.... Och, dat het God geviel, De bede te verhooren, Die oprijst uit mijn ziel. Vorige Volgende