Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] LI Zoo zal 't eind'gen; en ik zie reeds van ver een' vriend opdagen, die tot mij komt met een aanzicht, als had hij een' slag gewonnen. Een dier troosters, zooals elk op zijn baan er kan ontmoeten, die den droeve droever maken, en den onverschill'ge kwaad. Triumférend roept hij uit: ‘Hé, wat zegt ge nu? - zie waarlijk, arme jongen, ik beklaag u, maar ik had het wel voorzeid!’ Vorige Volgende