Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] XLIX Vlindertjens aan 't vliegen, 'k groet uw bonte rijen, 'k groet met u de zonne en de niewe lente. Maar wie is die vlinder dáár, met zijn gouden vlerken? 'k Heb dien vlinder meer gezien, 't is me eene oude kennis. Ja, hij is mij wel bekend! 't Is mijne oude liefde! Thands blijft niets meer dan wat stof en de erinneringe. [pagina 95] [p. 95] O gij vlinder van mijn hert, vlieg steeds voor mijne oogen; 'k breng u bloementuilen hier, waar gij kunt op azen. 'k Min te zeer uw goud en blauw, 'k zal u nooit verjagen; 'k min uw blijde vlugt te zeer, 'k zal naar u nooit grijpen. - - Vlindertjens aan 't vliegen, 'k groet uw bonte rijen, 'k groet met u de zonne en de niewe lente. Vorige Volgende