Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] XXXVIII Hoe langer, ach! hoe dommer: in 't droevig naar huis toe gaan bekijk ik den hemel, en 'k voel ja onder mijn wimpers een' traan. O sterren, ontelbare sterren, waart ge allen tranen van smert, nog veel, nog veel meer tranen zou moeten weenen mijn hert. Vorige Volgende