Verzamelde gedichten
(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend
[pagina 119]
| |
Hoe moest uw blik zich wenden,
toen hier uw geloof bezweek,
naar 't Noorden, waar al de vrijheid
van Neerland henenweek!
Hoe moest uw harte kloppen
bij Maurits' zegepraal,
als Nieupoort Alberts benden
zag vluchten vóór zijn staal!
Uw kleine schaar doorleefde
duc d'Alva's schrikbewind,
de tochten der Waalsche misnoegden
(ons broeders welbemind!),
en Parma's zege op zege;
en dan, twee eeuwen lang,
verdrukking van 't geweten,
vervolging en bedwang.
Toch bleeft gij, een enkele genster,
bij toeval schier gespaard,
te midden der grauwe assche
van d'uitgedoofden haard.
Gij bleeft! een sprekend getuige
van 't vuur, dat in Vlaanderland
zoo schittrend onweerstaanbaar,
zoo warm eens heeft gebrand.
Hou vast aan uw verleden,
o kleine Geuzenhoek;
| |
[pagina 120]
| |
hou vast aan 't vrij geweten
en 't eigen onderzoek!
En word, steeds voorwaarts strevend,
in geest en denken vrij,
een lichtstip in het duister
van Vlaandrens dweperij!
1862. (Volksbelang, 20 April 1872). |
|