Verzamelde gedichten(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] XLIX Vlindertjes aan 't vliegen, 'k groet uw bonte rijen, 'k groet met u de zonne en de nieuwe lente. Maar wie is die vlinder dáár, met zijn gouden vlerken? 'k Heb dien vlinder meer gezien, 't is me eene oude kennis. Ja, hij is mij wel bekend! 't Is mijne oude liefde! Thans blijft niets meer dan wat stof en de erinneringe. O gij vlinder van mijn hart, vlieg steeds vóór mijne oogen 'k breng u bloementuilen hier, waar gij kunt op azen. 'k Min te zeer uw goud en blauw, 'k zal u nooit verjagen; 'k min uw blijde vlucht te zeer, 'k zal naar u nooit grijpen. [pagina 48] [p. 48] Vlindertjes aan 't vliegen, 'k groet uw bonte rijen, 'k groet met u de zonne en de nieuwe lente. Vorige Volgende