Verzamelde gedichten(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] XIX Doch wáár is de mond, dien 't - plechtige stond!- zal lukken op 't mondeken zoet dien kus vol van gloed te drukken? Ik hoor eene stem, die zegt mij met klem: ‘Bemin haar! ‘Bemin haar, wie weet ‘of gij niet eens heet ‘verwinnaar?’ Vorige Volgende