Uit het studentenleven en andere gedichten(1868)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Onbezorgd. Op de stroomen van de vreugd onder 't zonnelicht der jeugd, zorgeloos en rustloos tevens, wiegt de boot des levens tusschen zang en glazenklank nooit te lang! Pijpen dampen, kelen zingen, lachen schatren rond: daar is leven in die kringen, rustloos, zorgloos, vrij, gezond. Pijpen dampen bij het zingen... - Maar de Toekomst?... Och, haar blik, zwanger steeds van angst en schrik, kan door al dien rook niet dringen. Op de stroomen van de vreugd, enz. [pagina 13] [p. 13] Liedren galmen, lachen rollen; vroolijkheid en geest, die den ganschen omtrek vollen, melden rustloos, zorgloos feest. Lachen schatren, zangen stijgen... Maar - de Toekomst??... - Och, haar keel, knorrende anders maar te veel, moet meêzingen hier, of zwijgen! Op de stroomen van de vreugd, enz. Lachen schatren, bekers bruisen: vol van eedlen gloed, opent warme taal de sluizen van het brein en van 't gemoed. Maar de Toekomst?? - Och, weest zeker dat ze in 't goud en 't roze prijkt voor wie haar maar stout bekijkt door Bourgonje- of Rijnwijnbeker! Op de stroomen van de vreugd, enz. Zorglooze onrust, dubble blijheid! wie ze niet geniet, wijn en rook, zang, vriendschap, vrijheid, is een ezel, anders niet. - [pagina 14] [p. 14] En gij, Toekomst! weg tot morgen! laat ons nu naar hartelust zorgloos leven zonder rust, rustloos leven zonder zorgen! Op de stroomen van de vreugd onder 't zonnelicht der jeugd, zorgeloos en rustloos tevens, wiegt de boot des levens tusschen zang en glazenklank nooit te lang! Vorige Volgende