Swiftcurrent Pass, een kleine ijle vlakte, lichtgrijs sneeuwveld op donkergrijs en tussen zwarte kromme sparren in de storm kolkend, hardop praten naar voorschrift om de beren - waar? - niet te verschrikken en te verwoeden, een stapel stenen, 7176 feet, en dan langzaam omlaag, de mist wordt witter en witter, dan blauwig, en plotseling valt het dal open onder onze voeten, met een donkerblauw meertje dichtbij, een lichtblauw meer verder weg, en heel in de verte, in de zon, langere meren. Het pad was mooi, de afgrond steil en diep, onder het lopen scheen het dal stil mee te gaan naast onze voeten. Het werd warmer, zelfs de stille lucht werd voelbaar, alleen nog koud binnen het fijne sproeisel van de suizende watervallen tussen de rotsen, zelfs de rode rotsen in de vlakte waar we ten slotte rustten en aten. Kartonnen bekers waren voor ons ingepakt, en zakjes oranje poeder, om met beekwater limonade te maken. Oranje en rode Indian Paintbrush, Yellow en Blue Pentstemon, dreunend water, een klein grijs vogeltje op een rots loopt het water in, door de heldere gestriemde stroom is het vertekend zichtbaar, haastig lopend en zoekend, het komt boven uit het dreunende water, het vliegt weg achter de waterval, het steekt de fijne snavel in een donker druppelende woonplaats, dreunend water, kinderlijk getjilp, daar vliegt het weer, onder de overhangende struiken door, vlak boven het dreunende water. Toen we verder gingen, een bocht om, was het eensklaps stil, maar dieper het dal in was de waterval opnieuw, verkleind, te horen.