gebeld en hij herinnerde zich evenmin als ik uit welk vers het precies afkomstig is: wel is het, geloof ik, gedrukt, maar ik heb nooit een proefnummer ontvangen voor zover ik weet, en heb ook geen doorslag bewaard.
Wel herinner ik mij, dat het een weemoedig vers was, waarin een zoet verleden zich mengt met een even zoet heden, met de conclusie dat ik mij liever in een vredig Holland herinner dan in een twistziek Holland woon. Lees eens de laatste twee pagina's van Vromans Inleiding tot een Leegte; er komen heus geen moeilijke woorden in voor en het is enige jaren na ‘Liever H. dan H.’ geschreven. Slogan! Ben je gek geworden?
In de ‘openbaarheid’ treedt ieder die iets laat drukken: is contact met mensen voor een dichter verkeerd? Ik houd van ze, fundamenteel zijn ze allemaal lief, ik ben gek op hun gezichten en kan wel huilen om hun tedere levensverschijnselen. Als ik in een ivoren toren woon, dan toch meestal op de eerste verdieping, of in de kelder om de centrale verwarming te verzorgen. Zie Vroman, in een andere krant.
5. Waar ben ik ontrouw aan wie of wat ook, en waar zie je mij ‘naar twee kanten smalen’? Zelfs in de stukjes die ik op je verzoek in Ruim Baan schreef (Schildpadden in n.y., juni '46) heb ik slechts gepoogd mijn hartstocht te uiten voor het onvolmaakte. Vraag iemand die lezen kan en het doet, je één gedicht of betoog te wijzen waarin ik op welk land ook smaal.
6. Wat de vergelijking van Willink betreft: dat emigrerende kunstenaars als afgesneden bloemen, nog twee dagen mooi blijven. Wie heeft mij afgesneden, en wanneer werd ik mooi? Pas zeven jaar na mijn vlucht kreeg ik de kans naar Holland terug te gaan, maar toen ik tot New York was genaderd, vertelde iemand die het weten kon mij, dat voor dier-fysiologisch werk toen in Nederland geen plaats was en hier wel, en dat Nederland zoals ik het had gekend, verdwenen was. Ik zou mijn ouderlijk huis gesloten vinden, de polder