Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd76De romantische naar-binnen-gerichtheid in afweer tegen de waargenomen en rationalistisch-realistisch geziene werkelijkheid had in de surrealistische beweging, die in alle landen grote invloed kreeg, een extreem punt bereikt, waarvan men het gevoel had dat verdergaan niet mogelijk was. Naar mijn overtuiging is in Nederland de aanvankelijk experimenteel genoemde poëzie der zogenaamde Vijftigers (Lucebert en zijn volgelingen) wel enigszins door het surrealisme geïnfluenceerd geweest, al wordt dit over het algemeen door hen ontkend. Zij beroepen zich liever, voor zover zij niet met hartstocht en woede volhouden uit de lucht te zijn gevallen, op iemand als Ezra PoundGa naar eind328, mijns inziens ten onrechte. Inmiddels hebben wij in ons taalgebied betrekkelijk weinig | |
[pagina 190]
| |
regelrecht en om zo te zeggen op klassieke wijze aan de surrealistische kenmerken beantwoordende werken gehad. Iets van het jeugdwerk van Maurice Gilliams en van Adriaan van der Veen valt er misschien onder te rekenen. Van Maurice Gilliams ‘In memoriam’, in 1924 geschreven en opgenomen in zijn voor het eerst in 1933 in eigen beheer buiten de handel te Antwerpen uitgegeven prozabundel ‘Oefentocht in het luchtledige’. Van Van der Veen bijvoorbeeld stellig het in 1938 in Maastricht uitgekomen curieuze prozabundeltje ‘Oefeningen’. Surrealistisch was en is in ons land ook een gedeelte van het œuvre van Belcampo. Wat de poëzie betreft, zuiver surrealistisch is de in 1932 verschenen bundel van J.C. Noordstar ‘De zwanen en andere gedichten’ en gedeeltelijk ook enigszins die van de hem verwante N.E.M. Pareau.Ga naar eind329 Internationaal gezien is het surrealisme een noodzakelijke en even nuttige als bevrijdende fase geweest in de ontwikkeling naar het genre van de, voor de moderne romankunst zo belangrijke, ‘monologue intérieur’. Aan de andere kant heeft het surrealisme, - doordat het bijdroeg tot een losraken uit een te nauwe gebondenheid aan de ratio, - in een latere tijd ook medegewerkt aan het tot stand komen van de ‘poésie pure’, zoals die, vooral aan het voorbeeld van Paul Valéry, geponeerd en bestudeerd is in twee boeken van Henri Bremond, beide uit 1926: ‘Prière et poésie’ en ‘La poésie pure’. |
|