Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd75Het in 1924 door André Breton te Parijs uitgegeven ‘Manifeste du surréalisme’ erkent als belangrijke schrijvers, behalve natuurlijk in de eerste plaats André Breton zelf: Louis Aragon, Crevel, Joseph Delteil, Desnos, Paul Eluard, Soupault en anderen. Figuren als René Char en Prévert traden eerst later toe tot de kring. De talrijke surrealistische schilders, die met hen één groep vormden, blijven hier buiten beschouwing. Het surrealisme berust op associatie uit het onbewuste, soms indrukwekkend en diepzinnig, soms even zinloos als de filosofische wijsheid van de krankzinnige timmerman in ‘Quia absurdum’ van Nico van Suchtelen. Ziehier een definitie van Breton zelf: ‘Automatisme psychique pur par lequel on se propose d'exprimer, soit verbalement, soit par écrit, soit de toute autre manière, le fonctionnement réel de la pensée. Dictée de la pensée, en l'absence de tout contrôle exercé par la raison, en dehors de toute préoccupation esthétique ou morale.’ ‘Le surréalisme repose sur la croyance à la réalité supérieure de certaines formes d'associations négligées jusqu'à lui, à la toute-puissance du rêve, au jeu désintéressé de la pensée. Il | |
[pagina 188]
| |
tend à ruiner définitivement tous les autres mécanismes psychiques et à se substituer à eux dans la résolution des principaux problèmes de la vie.’Ga naar eind325 Wij hebben gezien dat het manifest van het dadaïsme dateert van 1916; de surrealistische geloofsbelijdenis is dus van acht jaar later. Het surrealisme is misschien in zekere zin uit het dadaïsme voortgekomen, maar een kind hoeft niet op zijn ouders te lijken. De invloed van Sigmund Freud, die de hele litteratuurperiode tussen de twee wereldoorlogen beheerste, maakte van het surrealisme toch iets heel anders. Deze kunst die, als gezegd, voor het grootste gedeelte op associëren berustte, met zo groot mogelijke uitschakeling van de verstandelijke contrôle, werd soms een kunstje. Bij de mindere goden immers berustte het surrealisme weliswaar op uitschakeling van het verstand, maar evenzeer op het verstandelijk besluit, te moeten associëren en op de verstandelijke poging, de associatie na te bootsen. De surrealistische beweging had lange tijd een uitgesproken en zelfs officieel communistisch karakter. Het officiële orgaan was het in 1924 opgerichte ‘La révolution surréaliste’, dat één jaar bestaan heeft maar door andere surrealistische periodieken is gevolgd. In het surrealisme is het wijze woord van Pascal vergeten: ‘Deux excès: exclure la raison, n'admettre que la raison.’Ga naar eind326 - Men zou de kracht en de zwakheid van deze richting ook zo kunnen formuleren: niet de werkelijkheid is belangrijk; niet wat de geest ermee doet is belangrijk; maar belangrijk is de werkelijkheid aangepakt (in letterlijke zin: aangetast) door wat de geest ermee doet. Het belang van de in zinnen vastgelegde uitingen en mededelingen in het gesprek of in geschrifte ‘berust in het verband, waarin ze worden gezegd. Is dit verband niet aanwezig, dan kunnen dergelijke zinsneden, wanneer zij op elkander volgen, toch nog van belang zijn, en wel door hun onderling verband. Het eigenaardige nu van de letterkundige richting, die surrealisme heet, is, dat zulk onderling verband, indien al aanwezig, voor het logische verstand onnaspeurbaar blijft. In | |
[pagina 189]
| |
den droom doet zich een aaneenschakeling van beelden en klanken voor die, geboren uit het onbewuste en ongeweten zieleleven, vaak elken samenhang lijkt te ontberen. Zij kan eerst bij moeizame verdieping worden geduid, naar het prachtige woord van Verwey, tot de “schoone duidlijkheid der onbegrepen droomen”. Evenzo geeft het surrealisme sprongsgewijs de losse momenten van den bewustzijnsinhoud. Het geeft deze naast elkander zonder den samenhang der tussenverbindingen. Surrealistisch werk vindt zijn oorsprong als het ware in een trance, een toestand van dagdroom en zogenaamde ideeënvlucht, waarin zonder contrôle van een centraal waak-bewustzijn de dwingende stroom der associaties wordt gevolgd. Hier staan wij dus tegenover een uiting van zo persoonlijken aard, dat de wijze van haar ontstaan zich aan de beoordeling onttrekt, en veelal den weg tot willekeur en mystificatie openstelt. Daarom, en omdat onze taak niet die van den psychiater is, is het billijk, de wijze van tot stand komen buiten beschouwing te laten, en zulk werk uitsluitend naar zijn eigen waarde te toetsen.’Ga naar eind327 |
|