Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd46De kunst van de dandy was een intellectuele kunst. Zij zocht haar motieven in een buiten Frankrijk nog onontdekt gebied: in het verbodene, diabolischeGa naar eind211, verzwegene. Zoals de leer van deze groep jongeren het wilde, volgde inderdaad ook in dit geval het leven het patroon van de litteratuur. Lichamelijke en geestelijke excessen waren oorzaak dat zeer velen van deze vroegrijpe generatie jong stierven. Zij hadden uit deze levens vol ‘spleen’ en onrust mystieke redding gezocht in een non-conformistisch schuld- en zondebesef, dat op zijn beurt bezig was, een nieuwe conventie te worden.Ga naar eind212 Het ‘taedium vitae’, onder andere door de nog zo nieuwe invloed van Ibsens naturalistisch theater veroorzaakt, had mede de geesten hiertoe voorbereid. De litteratuur kreeg iets overgevoeligs en geëffemineerds, en tegelijk iets opzettelijks in het | |
[pagina 107]
| |
overtreden van de gangbare normen der moraal. Zij wilde choqueren. Voor een deel was zij ook zeer zwaarmoedig. Daarin zou men wellicht de continuïteit van een bepaalde romantische gevoelstoon kunnen zien. ‘De sombere toon van Lamartine klinkt voort in het fin-de-siècle.’Ga naar eind213 Deze generatie leefde snel en hevig een gevaarlijk caféleven en was behalve aan de alcohol ook veelal aan andere narcotica verslaafd. Deze mensen stierven jong, zoals ik hierboven reeds opmerkte. Hubert Crackanthorpe wierp zich in de Seine toen hij zesentwintig jaar oud was. Aubrey Beardsley stierf op dezelfde leeftijd aan tuberculose. Ernest Dowson stierf op drieëndertigjarige leeftijd. Conder stierf in 1900 in een zenuwinrichting waar ook Arthur Symons werd verpleegd. Lionel Johnson stierf aan een val, door dronkenschap veroorzaakt, op vijfendertigjarige leeftijd. William Theodore Peters stierf te Parijs aan ondervoeding; voor hem had Dowson ‘The Pierrot of the minute’ geschreven. Francis Adams stierf reeds jong in 1893. Zowel Harland als Thompson stierven aan tuberculose, waarvan toen ontstaan en verloop toch vaak aan zelfverwaarlozing en autodestructieve neigingen konden worden toegeschreven.Ga naar eind214 Ik heb hierboven gezegd, dat de Engelse litteratuur uit deze periode haar motieven zocht in het verbodene, diabolische en verzwegene. Zij reageerde hiermee tegen het Victoriaanse tijdperk, welks letterkunde de natuurlijke, gezonde, positieve, opbouwende, conventionele en morele aspiraties tot het laatste had uitgeput.Ga naar eind215 Het Victoriaanse tijdperk had altijd de essentiële kanten van het meer instinctieve en intuïtieve leven met de hypocriete mantel der liefdeloosheid verhuld. Het is goed, ervan doordrongen te zijn dat in de jaren negentig het bederf, zoals het tot object van litteratuur werd, niet werd bedacht of uitgevonden gelijk sommige ‘weldenkende’ critici voorgaven. Het werd alleen maar blootgelegd, nadat het in de Victoriaanse cultuur evengoed had bestaan, maar was doodgezwegen. Zo brachten de Nineties een nieuwe visie, die een leven dat de droom had verloren in haar droom opnam. |