Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| |
45Maar wat voor de dandy gold, gold tenslotte evenzeer voor de sociaal voelende, humanitaire groep van Ruskin, Morris en anderen. Zij streefden er niet meer naar, op de wijze der realisten de kunst aan het leven te ontworstelen, maar probeerden het leven, in al zijn aspecten, over te brengen in de sfeer van de kunst. Vandaar de oplevende belangstelling voor kunstnijverheid, boekkunst, meubelkunst en middeleeuws handwerk.Ga naar eind207 De afzondering, en daarmee vereenzaming, van de individu in een subjectieve wereld, - reeds ontdekt in de filosofie van George Berkeley, - is een eerste uiting van hetzelfde moderne denken en voelen, dat zich later zo duidelijk in de litteratuur der negentiger jaren zal manifesteren. Ruim een eeuw (om nauwkeurig te zijn 120 jaar) na diens dood, in 1873, drukt Walter Pater in zijn reeds genoemd slotwoord van de essaybundel ‘The Renaissance’ dit gevoel van benauwende vereenzaming aangrijpend uit. Onze ervaringen, - zo zegt hij ongeveer, ik vat het samenGa naar eind208, - onze ervaringen, alreeds teruggebracht tot een reeks indrukken, zijn voor ons allen omwald door de dikke muur der persoonlijkheid, waardoorheen nooit een werkelijke stem tot ons is doorgedrongen, noch van ons naar wat we slechts kunnen gissen dat daarbuiten ligt. Men ziet het: een zuiver idealistische, kentheoretische klacht. Het ontoereikende ervaren in de gegeven werkelijkheid is te allen tijde een romantische trek. Van het impossibilistische ‘Da wo Du nicht bist...’ en Baudelaires droomzieke en nostalgische ‘L'invitation au voyage’ kan men de lijn der levensontkenning doortrekken tot Boutens' ‘Pierrot moderne’, die droomt
In den winter van den zomer,
Bij den zonneschijn van regen -
Persoonlijkheid is verbeelding. Wij hebben gezien dat in het dandyisme die verbeelding niet meer enkel in de litteratuur | |
[pagina 106]
| |
en de kunsten tot gelding kwam, maar ook in de houding ten aanzien van het leven. Maar we zagen ook, dat bij de socialisten, bij Morris en zijn geestverwanten en volgelingen, eveneens die verbeelding, die droom, behoefte had aan een doorbraak naar het dagelijks leven zelf. Daarmee was de grondslag gelegd voor de esthetische beweging van Negentig, welker kunst een droom, welker droom het geloof in een esthetische houding was, gericht tegen het machinalisme van de verindustrialiseerde eeuw. De dandy dan, - om op hem nog even terug te komen, - de dandy als de drager van deze esthetische houding, bewoog zich enigszins cynisch en ironisch in de door hem geliefde aristocratisch conservatieve levensstijl waarvan hij zelf (maar niet bewust, niet sociaal-revolutionair) de afbreker, de ondermijner, de vernietiger was geworden.Ga naar eind209 Zo doet zich in die periode de paradox voor dat de socialist en de dandy (zij het niet bewust, niet in hun bewuste streven) verwant zijn en uit hetzelfde klimaat, althans een vergelijkbare romantische structuur levenGa naar eind210. |
|